Selecteer
Inkomende e-mail
ontvangen e-mail wilt bewerken. Maak vervolgens een
keuze uit de volgende opties:
Gebruikersnaam
— Voer de gebruikersnaam in die
●
u van uw serviceprovider hebt gekregen.
Wachtwoord
— Voer uw wachtwoord in. Als u dit
●
veld leeg laat, wordt u naar het wachtwoord
gevraagd wanneer u verbinding probeert te maken
met uw externe mailbox.
Server inkomende mail
●
hostnaam in van de mailserver die uw e-mail
ontvangt.
Toegangspunt in gebruik
●
internettoegangspunt.
Mailboxnaam
— Voer een naam voor de mailbox
●
in.
Mailboxtype
— Bepaalt het e-mailprotocol dat de
●
serviceprovider van uw externe mailbox
aanbeveelt. U kunt kiezen uit POP3 en IMAP4. U kunt
deze instelling niet wijzigen.
Beveiliging
— Selecteer de beveiligingsoptie om
●
de verbinding naar de externe mailbox te
beveiligen.
Poort
— Definieer een poort voor de verbinding.
●
APOP beveiligd inloggen
●
POP3) — Gebruik met het POP3-protocol om het
versturen van wachtwoorden naar de externe e-
mailserver te versleutelen wanneer u verbinding
maakt met de mailbox.
als u de instellingen voor
— Voer het IP-adres of de
— Selecteer een
(alleen voor
Als u de instellingen wilt bewerken voor de e-mail die
u verstuurt, selecteert u
de volgende opties:
Mijn e-mailadres
— Voer het e-mailadres in dat u
●
hebt gekregen van uw serviceprovider.
Server uitgaande mail
●
hostnaam in van de mailserver die uw e-mail
verstuurt. Misschien kunt u alleen de uitgaande
server van uw serviceprovider gebruiken. Neem
voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
De instellingen voor gebruikersnaam, wachtwoord,
toegangspunt, beveiliging en poort zijn gelijk aan die
voor inkomende e-mail.
Gebruikersinstellingen
Selecteer
Menu
Berichten
>
Instellingen
E-mail
>
en Gebruikersinstellingen.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Mijn mailnaam
— Voer uw eigen naam in. Uw
●
naam vervangt uw e-mailadres op het apparaat van
de ontvanger als het apparaat van de ontvanger
deze functie ondersteunt.
Bericht verzenden
— Bepaal hoe e-mail wordt
●
verzonden vanaf het apparaat. Selecteer
voor het apparaat waarmee verbinding moet
worden gemaakt met de mailbox wanneer u
Bericht verzenden
selecteert. Als u
Uitgaande e-mail
en een van
— Voer het IP-adres of de
en
Opties
>
> Mailboxen, een mailbox,
Meteen
Bij volgende
63