Automatisch antwoorden
●
instellen dat inkomende oproepen na vijf seconden
automatisch worden beantwoord. Als het
beltoontype is ingesteld op
automatisch antwoorden uitgeschakeld.
Verlichting
— Stel in of lampjes na de time-out
●
blijven branden.
Welke instellingen beschikbaar zijn, is afhankelijk van
het type accessoire.
Tv-out-instellingen
Selecteer
Tv-uitvoer
Out-verbinding wilt wijzigen. Maak vervolgens een
keuze uit de volgende opties:
Standaardprofiel
●
dat moet worden geactiveerd wanneer u een Nokia
Video Connectivity-kabel aansluit op het apparaat.
Hoogte-breedteverh. tv
●
de beeldverhouding van de tv:
Breedbeeld
voor breedbeeldtelevisies
Tv-systeem
— Hiermee selecteert u het analoge
●
videosignaal dat compatibel is met de tv.
Filter tegen flikkeren
●
beeldkwaliteit van het tv-scherm wilt verbeteren.
Het filter tegen flikkeren kan mogelijk niet de
beeldflikkering op alle tv-schermen verminderen.
150
— Hiermee kunt u
Eén piep
of Stil, is
als u de instellingen voor een TV
— Hiermee stelt u het profiel in
— Hiermee selecteert u
Normaal
of
— Selecteer
Aan
als u de
Instellingen voor toepassingen
Selecteer
Menu
Instellingen
>
Toepassingsinst..
In toepassingsinstellingen kunt u de instellingen van
enkele van de toepassingen op uw apparaat bewerken.
Als u de instellingen wilt bewerken, kunt u ook
Opties
Instellingen
>
Apparaatupdates
Selecteer
Menu
Instellingen
>
Telefoonbeheer
> Apparaatupdates.
Gebruik Apparaatupdates om te controleren of er
softwareupdates zijn, om met een server te verbinden
en configuratieinstellingen te ontvangen voor uw
apparaat, om nieuwe serverprofielen te maken of om
informatie te bekijken over de versie van de bestaande
software en apparatuur en het beheren van bestaande
serverprofielen.
Waarschijnlijk ontvangt u serverprofielen en andere
configuratieinstellingen van uw serviceproviders en de
informatiebeheerafdeling van uw bedrijf. Deze
configuratieinstellingen kunnen instellingen voor
verbindingen en andere instellingen bevatten die door
verschillende toepassingen op uw apparaat worden
gebruikt.
Selecteer
Opties
Controleren op updates
>
controleren of er softwareupdates zijn.
en
Telefoon
>
selecteren in elke toepassing.
en
Telefoon
>
om te