Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Schakelbord; Positionering Toerensensor - Riello RS 1300/EV C01 Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Gasventilatorbranders. modulerende werking
Inhoudsopgave

Advertenties

Elektrische spanning op cel QRI
Minimumwaarde voor een correcte werking: 3,5 Vdc (waarde op
display AZL ongeveer 50%).
Als de waarde minder bedraagt, kan dat afhangen van het volgende:
cel slecht gepositioneerd
lage spanning (lager dan 187 V)
slechte regeling van de brander
Gebruik een voltmeter met schaal 10 Vdc die is aangesloten vol-
gens het schema (Afb. 35).
D9174
Gaslekken
Controleer of er geen gaslekken zijn op de leiding gasmeter-
brander.
Gasfilter
Vervang de gasfilter wanneer hij vuil is.
Verbranding
Als de waarden van verbranding, gemeten bij het begin van de
werkzaamheid, niet voldoen aan de van kracht zijnde normen, of in
ieder geval niet de waarden van een goede verbranding zijn, raad-
pleeg dan onderstaande tabel en neem indien nodig contact op met
de Technisch Hulpdienst om de nodige regelingen uit te voeren.
EN 676
Max. vermogen
CO
max.
2
GAS
theoretisch
0 % O
2
G 20
11,7
G 25
11,5
G 30
14,0
G 31
13,7
7.2.4

Schakelbord

Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander
met de hoofdschakelaar van de inrichting.
GEVAAR
Indien het onderhoud / de vervanging van de onderdelen onder-
aan het schakelbord moet uitgevoerd worden, kan de voorzijde
van het schakelbord zelf bereikt worden door de volgende aan-
wijzingen te volgen:
 draai de schroeven 2) van het bedieningspaneel 1) los;
 verwijder het bedieningspaneel 1) en draai het 90°, koppel
de daarvoor bestemde beugeltjes 3) vast in het profiel van
het schakelbord (zie Afb. 36);
 nadat de handeling is uitgevoerd, moet het bedieningspa-
neel 1) in het schakelbord gemonteerd worden met behulp
van de daarvoor bestemde schroeven 2), en moeten de
aanwezige kabels opgeborgen worden.
Als het bedieningspaneel 1) niet in de zitting van
het schakelbord wordt gemonteerd, wordt de be-
schermingsgraad "IP" van de machine verloren.
OPGELET
+
0...10 V
Ri > 10 M
Teveel aan lucht
Max. vermogen
  1,2
  1,3
IJking CO
%
2
mg/kWh
 = 1,2
 = 1,3
9,7
9
9,5
8,8
11,6
10,7
11,4
10,5
Onderhoud
2
1
LMV...
X10-02 / 6
X10-02 / 4
X10-02 / 2
Afb. 35
20094732
7.2.5

Positionering toerensensor

In geval van storingen of de vervanging van de
toerensensor, moet de positionering in de motor-
kap van de ventilator gecontroleerd/hersteld wor-
den.
OPGELET
Voer de afstelling als volgt uit:
 los de schroeven 3), en zet de sensor tegen het blad van de
schijf 2);
CO
 gebruik de gegradueerde schaal 4) als referentie, en plaats
de toerensensor ongeveer één merkteken achteruit zodat
een afstand van ongeveer 2 mm van het blad 2) wordt ver-
kregen.
 Nadat de toerensensor 1) correct is gepositioneerd, moeten
 100
de schroeven 3) vastgedraaid worden met een aanhaalmo-
ment van ongeveer 5±0,5 Nm.
 100
 100
 100
Tab. N
Legende (Afb. 37)
1
Toerensensor
2
Schijf
3
Schroef
4
Gegradueerde schaal
31
NL
3
1
Afb. 36
20087860
Afb. 37
20089413

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave