6.6
Afstelling van de drukschakelaars
6.6.1
Drukschakelaar lucht - controle CO
Voer de regeling van de luchtdrukschakelaar uit nadat alle ande-
re branderafstellingen gedaan zijn, met de luchtdrukschakelaar
afgesteld op het begin van de schaal (Afb. 31).
Breng een verbrandingsanalysetoestel aan in het rookkanaal
wanneer de brander aan het MIN. vermogen brandt, sluit lang-
zaam de aanzuigopening van de ventilator (bijvoorbeeld met een
karton) totdat de CO-waarde niet meer dan 100 ppm bedraagt.
Draai dan het daarvoor bestemde knopje langzaam rechtsom tot
de brander vergrendelt.
Controleer vervolgens de aanwijzing van het pijltje dat naar bo-
ven op de schaalverdeling wijst.
Draai daarna het knopje opnieuw in wijzerzin rond totdat de waar-
de op de schaalverdeling samenvalt met het pijltje dat naar onder
wijst, op deze wijze recupereert u de hysteresis van de drukscha-
kelaar, aangegeven met het witte veld op blauwe achtergrond
tussen de twee pijlen. Controleer nu of de brander correct start.
Als de brander opnieuw vergrendelt, draai dan het knopje nog
een klein beetje linksom.
6.6.2
Maximumgasdrukschakelaar
Regel de maximumgasdrukschakelaar (Afb. 32) na alle andere
regelingen van de brander uitgevoerd te hebben met de maxi-
mumgasdrukschakelaar afgesteld op het einde van zijn schaal.
Om de maximumgasdrukschakelaar te ijken, sluit u een mano-
meter aan op het drukafnamepunt nadat u de kraan ervan heeft
opengedraaid.
De maximumgasdrukschakelaar moet worden afgesteld op een
waarde die niet hoger is dan 30% van de waarde die op de ma-
nometer kan worden afgelezen wanneer de brander met het
maximumvermogen werkt.
Nadat de afstelling is afgerond, verwijdert u de manometer en u
sluit de kraan.
6.6.3
Minimumgasdrukschakelaar
Het doel van de minimum gasdrukschakelaar is te voorkomen dat
de brander niet correct werkt wegens een te lage gasdruk.
Stel de minimum gasdrukschakelaar af (Afb. 33) na de brander,
de gaskleppen en de stabilisator van de helling afgesteld te heb-
ben.
Terwijl de brander aan het maximumvermogen werkt:
–
installeer een manometer stroomafwaarts van de stabilisator
van de helling (bv. op de gasdrukinlaat bij de verbrandings-
kop van de brander);
–
partialiseer de handbediende gasklep langzaam totdat de
manometer een drukdaling van ongeveer 0,1 kPa (1 mbar)
aangeeft. Controleer in deze fase de CO-waarde, die altijd la-
ger moet zijn dan 100 mg/kWh (93 ppm).
–
Verhoog de instelling van de drukschakelaar tot hij doorslaat,
waardoor de brander uitschakelt;
–
verwijder de manometer en sluit de kraan van de voor de me-
ting gebruikte drukkraan;
–
open de manuele gaskraan volledig.
1 kPa = 10 mbar
OPGELET
20089413
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
D3856
28
NL
D3854
Afb. 31
PA
20181543
PGM
Afb. 32
D3855
Afb. 33