III
Afbeelding 38: Functiebalk met de functie-elementen voor tastfuncties
1 Functie-elementen starten de wizard voor het tasten van een meetobject
2 Wanneer de uitvoer van meetwaarden is geactiveerd, toont het functie-element
de interface voor de gegevensoverdracht
214
In de functiebalk op het gewenste functie-element tikken:
Kant tasten
of
Middellijn bepalen
of
Cirkelmiddelpunt bepalen
De instructies van de wizard volgen
Bij het uitwijken van de taststift worden meetwaarden
geregistreerd
Uit de meetwaarden bepaalt het apparaat de gewenste positie
Als de functie Referentiepunt selecteren is geactiveerd,
verschijnt er een dialoogvenster waarin u de positie als nieuw
referentiepunt kunt overnemen
Als de functie MWA is geactiveerd, verzendt het apparaat de
meetwaarden naar de computer
Informatie voor operator | Tastfuncties
1
2
HEIDENHAIN | GAGE-CHEK 2000 | Bedieningshandleiding | 06/2022