I
2.5
Kwalificatie van het personeel
Het personeel voor montage, installatie, bediening, service, onderhoud en
demontage moet voldoen aan de desbetreffende kwalificaties voor deze
werkzaamheden, en zich door middel van de documentatie van het apparaat en de
aangesloten randapparatuur voldoende hebben geïnformeerd.
De eisen die aan het personeel gesteld worden voor de afzonderlijke
werkzaamheden aan het apparaat, worden in de desbetreffende hoofdstukken van
deze handleiding aangegeven.
Hieronder volgt een nadere specificatie van de personengroepen met betrekking tot
hun kwalificaties en taken.
Operator
De operator gebruikt en bedient het apparaat in het kader van gebruik volgens de
voorschriften. Hij wordt door de exploitant geïnformeerd over de speciale taken en
de mogelijk hieruit voortvloeiende gevaren bij ondeskundig gedrag.
Deskundig personeel
Het deskundige personeel wordt door de exploitant geïnstrueerd voor wat betreft
de verdere bediening en parametrisering. Het deskundige personeel is op grond van
zijn vaktechnische opleiding, kennis en ervaring, alsmede de kennis op het gebied
van de desbetreffende bepalingen in staat om de opgedragen werkzaamheden met
betrekking tot de desbetreffende toepassing uit te voeren, en mogelijke gevaren
zelfstandig te herkennen en te vermijden.
Elektrotechnicus
De elektrotechnicus is op grond van zijn vaktechnische opleiding, kennis en ervaring,
alsmede de kennis op het gebied van de desbetreffende normen in staat om
werkzaamheden aan elektrische installaties uit te voeren, en mogelijke gevaren
zelfstandig te herkennen en te vermijden. De elektrotechnicus is speciaal opgeleid
voor de werkomgeving waarin hij werkzaam is.
De elektrotechnicus moet voldoen aan de bepalingen van de geldende wettelijke
voorschriften ter voorkoming van ongevallen.
2.6
Verplichtingen van de exploitant
De exploitant bezit het apparaat en de randapparatuur of heeft beide gehuurd. Hij is
te allen tijde verantwoordelijk voor gebruik volgens de voorschriften.
De exploitant moet:
de verschillende taken bij het apparaat aan gekwalificeerd, geschikt en bevoegd
personeel toewijzen
het personeel aantoonbaar instrueren voor wat betreft de bevoegdheden en
taken
alle middelen beschikbaar stellen die het personeel nodig heeft om de aan hun
toegewezen taken uit te voeren
ervoor zorgen dat het apparaat uitsluitend in technisch correcte toestand wordt
gebruikt
ervoor zorgen dat het apparaat wordt beveilig tegen onbevoegd gebruik
16
Algemene informatie | Veiligheid
HEIDENHAIN | GAGE-CHEK 2000 | Bedieningshandleiding | 06/2022