Informatie voor operator | Referentiepunt
2.1.3
Referentiepunten wissen
2.2
Referentiepunt selecteren
Om het referentiepunt voor een meting te definiëren, bestaan de volgende
mogelijkheden:
Een bestaand referentiepunt uit de referentiepunttabel activeren
Een positie als referentiepunt instellen door de as op nul te zetten of een posi-
tiewaarde in te voeren
Een referentiepunt met een tastsysteem tasten
2.2.1
Referentiepunt activeren
Voorwaarde:
Het functie-element Referentiepunten is in de functiebalk beschikbaar
Verdere informatie: "Functie-element aan functiebalk toevoegen", Pagina 39
De referentiepunttabel bevat referentiepunten
Verdere informatie: "Referentiepunttabel maken", Pagina 205
HEIDENHAIN | GAGE-CHEK 2000 | Bedieningshandleiding | 06/2022
Functie-element Referentiepunten naar links in het
werkgebied slepen
De dialoog Referentiepunttabel wordt getoond
De items in de referentiepunttabel kunnen tegen
onbedoeld wijzigen of wissen zijn geblokkeerd. Om
een item te kunnen bewerken, moet u het eventueel
eerst ontgrendelen.
Evt. aan het einde van de regel op Ontgrendelen tikken
Het item is vrijgegeven voor bewerking
Om referentiepunten te selecteren, op het vakje van de
betreffende regel tikken
Op Wissen tikken
Er verschijnt een melding
Melding sluiten met OK
De geselecteerde referentiepunten worden uit de
referentiepunttabel verwijderd
Op Sluiten tikken
De dialoog Referentiepunttabel wordt gesloten
Op Referentiepunten tikken
De dialoog Referentiepunten wordt geopend
Op het gewenste referentiepunt tikken
Op Bevestigen tikken
Het referentiepunt wordt ingesteld
Het geselecteerde referentiepunt wordt in het functie-element
weergegeven
III
207