DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
weergeeft, moet u de snelheidssensor afstellen.
Haal eerst het stroomsnoer uit het stopcontact om
de snelheidssensor af te stellen. Verwijder vervolgens
de drie aangegeven M4 x 16mm Schroeven (83) van
het Rechter- en Linkerschermen (30, 32).
83
115
115
137
83
83
21
83
83
21
30
32
31
Trek vervolgens voorzichtig de bovenkant van de
Rechter- en Linkerschermen (30, 32) een paar centi-
meter uit elkaar.
Raadpleeg de inzet-tekening. Draai de M4 x 16mm
Schroeven (83) wat los. Draai vervolgens aan de
Linkercrankarm (21) totdat een Katrolmagneet (137)
op gelijke hoogte komt met de Snelheidssensor (115).
Schuif de Snelheidssensor wat dichter naar of verder
van de Magneet. Maak de Schroeven weer vast.
Steek het stroomsnoer in het stopcontact en draai de
Linkercrankarm (21) even. Herhaal deze procedure tot
het bedieningspaneel de juiste informatie weergeeft.
Maak, wanneer de snelheidssensor goed is bijgesteld,
de Rechter- en Linkerschermen (30, 32) weer vast.