Tekens invoeren met het numerieke toetsenblok
Tijdens het uitvoeren van verschillende taken is het mogelijk dat u namen en nummers moet invoeren. Wanneer u
bijvoorbeeld uw printer instelt, voert u uw naam of de naam van uw bedrijf en het telefoonnummer in. Als u
snelkies- of groepskiesnummers opslaat, moet u ook de bijbehorende namen invoeren.
•
Als u wordt gevraagd een letter in te voeren, drukt u op de bijbehorende knop totdat de correcte letter op het
scherm verschijnt.
Voor de letter O drukt u bijvoorbeeld op 6.
–
Elke keer dat u op 6 drukt, geeft het scherm een andere letter weer: M, N, O en uiteindelijk 6.
–
Voor het invoeren van andere letters herhaalt u de eerste stap.
–
Druk op de knop
Letters en cijfers op het toetsenblok
Toets Toegewezen cijfers, letters of tekens
1
@ : . / 1
2
a b c A B C 2
3
d e f D E F 3
4
g h i G H I 4
5
j k l J K L 5
6
m n o M N O 6
7
p q r s P Q R S 7
8
t u v T U V 8
9
w x y z W X Y Z 9
0
0
*
- _ ~
#
@ .
_ ! " # $ % & ' ~^ | ` ; : ? , (spatie) + - * / = ( ) [ ] { } < >
Cijfers of namen wijzigen
Als u een onjuiste naam of een onjuist cijfer hebt ingevoerd, drukt u op de knop
cijfer of teken te verwijderen. Voer vervolgens het correcte cijfer of teken in.
Een pauze inlassen
Bij sommige telefoonsystemen is het nodig om een toegangscode te kiezen en naar een tweede kiestoon te luisteren.
Er moet een pauze worden ingevoerd, anders werkt de toegangscode niet. Voer bijvoorbeeld de toegangscode 9 in en
druk dan op de knop
(Herhalen/pauzeren) voordat u het telefoonnummer invoert. "-" verschijnt op het display
om aan te geven waar de pauze is ingevoerd.
96
Bedieningspaneel
(Instellen) als u klaar bent.
(Backspace) om het laatste