Marge midden
Nieuwe instellingen
toepassen
Faxinstellingen
Toepassing:
Het configureren van de basisinstellingen van de fax.
Waarden:
Ontvangstfunctie
Telefoon
Fax
Telefoon/fax
Antwdapparaat/fax
DRPD
Auto-ontv. Fax
Beschikbaar bereik:
0–255 seconden
Auto-ontv.Fax/Tel
Beschikbaar bereik:
0–255 seconden
Aut.ontv.Antw/Fax
Beschikbaar bereik:
0–255 seconden
Lijnmonitor
Uit
Laag
Medium
Hoog
Beltoon-sterkte
Uit
Laag
Medium
Hoog
Lijntype
PSTN
PBX
Beschikbaar
bereik:
0-50 mm
Automatische ontvangst van faxen is uitgeschakeld. U kunt een fax ontvangen
door de handset van de externe telefoon op te pakken en de code voor ontvangst
op afstand in te drukken.
Automatische ontvangst van faxen.
Als de printer een inkomende fax ontvangt, rinkelt de externe telefoon gedurende
de in Auto-ontv.Fax/Tel bepaalde tijd en ontvangt de printer vervolgens
automatisch de fax. Als het binnenkomende gesprek geen fax is, geeft de printer
met de interne luidspreker aan dat het een telefoongesprek betreft.
De printer kan de telefoonlijn delen met een antwoordapparaat. In deze stand
controleert de printer het faxsignaal en onderschept het de lijn als er faxtonen
klinken. Als de telefooncommunicatie in uw land gebruik maakt van seriële
transmissie (zoals in Duitsland, Zweden, Denemarken, Oostenrijk, België, Italië,
Frankrijk en Zwitserland), wordt deze functie niet ondersteund.
Voordat u de optie Distinct-belpatroondetectie (DRPD) kunt gebruiken, moet er
door uw telefoonmaatschappij een belpatroon-herkenningsfunctie op uw
telefoonlijn zijn geïnstalleerd. Als de telefoonmaatschappij een afzonderlijk
faxnummer met een unieke beltoon heeft voorzien, moet de fax zo ingesteld
worden dat gecontroleerd wordt op die specifieke beltoon.
Stelt het interval in waarop de printer na het ontvangen van een inkomende
oproep op de faxontvangstfunctie overgaat.
Stelt het interval in waarna de printer naar de stand faxontvangst gaat nadat de
externe telefoon een gesprek ontvangt.
Stelt het interval in waarna de printer naar de stand faxontvangst gaat nadat het
externe antwoordapparaat een gesprek ontvangt.
Schakelt het volume van de lijnmonitor uit.
Specificeert het volume van de lijnmonitor. Hiermee kunt u het transmissiesignaal
via een interne luidspreker horen tot er een verbinding gemaakt wordt.
Schakelt het volume van de beltoon uit.
Specificeert het volume van de beltoon die via de interne luidspreker aangeeft dat
er een oproep binnenkomt op een telefoon wanneer de Ontvangstfunctie ingesteld
is op Telefoon/fax.
Stelt het lijntype in op PSTN.
Stelt het lijntype in op PBX.
Specificeert de waarde van de middenmarge.
Klik na het voltooien van de instellingen op
Nieuwe instellingen toepassen om de
wijzigingen door te voeren.
De Werkset-menu's begrijpen
165