TCP/IP-instellingen
Toepassing:
Het configureren van TCP/IP-instellingen.
Waarden:
IP-adresmodus
AutoIP
BOOTP
RARP
DHCP
Bedieningspaneel
IP-adres
Subnetmasker
Gateway-adres
Nieuwe instellingen toepassen
Start de printer opnieuw om nieuwe
instellingen toe te passen
Ladeinstellingen
Toepassing:
Om het papierformaat en het papiertype te specificeren dat is geplaatst in de Invoer met meerdere doelen (MPF).
Waarden:
Papiersoort
Normaal
Normaal dik
Voorbladen
Gecoat
Label
Gerecycled
Envelop
Normaal - Zijde 2
Normaal dik - Zijde
2
Voorbladen - Zijde 2
Gecoat - Zijde 2
Gerecycled - Zijde 2
Stelt het IP-adres automatisch in.
Stelt het IP-adres in met behulp van BOOTP .
Stelt het IP-adres in met behulp van RARP .
Stelt het IP-adres in met behulp van DHCP .
Stelt het IP-adres handmatig in.
Voor het handmatig instellen van het IP-adres dat is toegewezen aan de printer.
Stelt het subnetmasker handmatig in.
Stelt het gateway-adres handmatig in.
Klik na het voltooien van de instellingen op Nieuwe instellingen toepassen om de
wijzigingen door te voeren.
Klik op Start de printer opnieuw om nieuwe instellingen toe te passen om de
wijzigingen door te voeren.
Specificeert het papiertype dat in de MPF is geplaatst.
De Werkset-menu's begrijpen
159