Enveloppen
Bij bepaalde soorten enveloppen is het mogelijk dat ze wat kreuken. Alvorens u een grote hoeveelheid afdrukmedia
aankoopt, wordt u geadviseerd deze eerst in de praktijk uit te proberen. Zie "Afdrukmedia plaatsen in de Invoer met
meerdere doelen (MPF)" op pagina 217 of "Afdrukmedia plaatsen in de voorrangsvelinvoereenheid (PSI)" op
pagina 225 voor aanwijzingen voor het plaatsen van een envelop.
Voor het afdrukken op enveloppen:
•
Gebruik alleen kwaliteitsenveloppen die geschikt zijn voor laserprinters.
•
Stel de bron voor afdrukmedia in op de MPF of PSI. Stel de papiersoort in op Envelop en selecteer het juiste
formaat envelop in de printerdriver.
•
Voor de beste prestaties gebruikt u enveloppen van 75 g/m
2
g/m
(28 lb bond) gebruiken voor de enveloppeninvoer, zolang het katoengehalte niet meer dan 25% bedraagt.
Enveloppen met een katoengehalte van 100% mogen niet zwaarder zijn dan 90 g/m
•
Gebruik alleen onbeschadigde enveloppen die u net hebt uitgepakt.
•
Gebruik enveloppen die bestand zijn tegen temperaturen van 205 °C zonder dat ze gaan plakken, sterk omkrullen,
kreuken en zonder dat er gevaarlijke stoffen vrijkomen. Als u twijfels hebt over de enveloppen die u wilt gebruiken,
raadpleegt u de leverancier van de enveloppen.
•
Stel de geleider in op de breedte van de enveloppen.
•
Voor het plaatsen van enveloppen in de MPF of PSI moet de te bedrukken zijde naar boven gericht zijn.
•
Zie "Een envelop plaatsen in de Invoer met meerdere doelen (MPF)" op pagina 222 of "Een envelop plaatsen in de
voorrangsvelinvoereenheid (PSI)" op pagina 227 voor aanwijzingen voor het plaatsen van een envelop.
•
Gebruik tijdens een afdruktaak slechts één formaat envelop.
•
Zorg dat de luchtvochtigheid niet te hoog is, want door een hoge luchtvochtigheid (meer dan 60%) en de hoge
temperatuur bij het afdrukken kunnen de enveloppen worden dichtgeplakt.
•
Voor de beste resultaten gebruikt u geen enveloppen die:
–
sterk gekruld of kromgetrokken zijn
–
samenkleven of beschadigd zijn
–
vensters, openingen, perforaties, inkepingen of opdruk hebben
–
metalen clips, koordsluitingen of metalen vouwranden hebben
–
ineengrijpende flappen hebben
–
van postzegels zijn voorzien
–
ingekeepte randen of gebogen hoeken hebben
–
een ruw, gerimpeld of geplooid oppervlak hebben
2
(20 lb bond) papier. U kunt als maximaal gewicht 105
2
(24 lb bond).
Richtlijnen voor afdrukmedia
213