2 Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en selecteer Eigenschappen van printer.
3 Klik op het tabblad Delen op Opties voor delen wijzigen als deze optie er is.
4 Schakel het selectievakje Deze printer delen in en geef een naam op in het testvak Sharenaam.
5 Klik op Extra stuurprogramma's en selecteer de besturingssystemen van alle netwerkclients die deze printer
gebruiken.
6 Klik op Toepassen en klik daarna op OK.
Controleren of de printer wordt gedeeld:
•
Controleer of het printerobject in de map Printers, Printers en faxapparaten of Apparaten en printers aangeeft dat
deze printer wordt gedeeld. Het pictogram voor delen staat onder het printerpictogram.
•
Blader door Netwerk of Mijn netwerklocaties. Zoek naar de hostnaam van de server en kijk of de gedeelde naam
die u voor de printer hebt gekozen, wordt weergegeven.
Nu de printer wordt gedeeld, kunt u de printer installeren op de netwerkclients met behulp van de methode "point-
and-print" of "peer-to-peer".
Point-and-print
Point-and-print is een technologie van Microsoft Windows waarmee u verbinding kunt maken met een externe
printer. Deze functie downloadt en installeert automatisch de printerdriver.
Voor Windows XP, Windows XP 64-bit Edition, Windows Server 2003 en Windows Server 2003 x64 Edition
1 Op het Windows-werkblad van de clientcomputer dubbelklikt u op Mijn netwerklocaties.
2 Zoek de hostnaam van de servercomputer en dubbelklik op de hostnaam.
3 Klik met de rechtermuisknop op de naam van de gedeelde printer en klik daarna op Verbinden.
Wacht tot de drivergegevens zijn gekopieerd van de servercomputer naar de clientcomputer en tot er een nieuw
printerobject is toegevoegd aan de map Printers en faxapparaten. De benodigde tijd hangt af van het
netwerkverkeer.
Sluit Mijn netwerklocaties.
80
Printerdrivers installeren op Windows
®
-computers