Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

NORDAC trio SK 300E Handboek
Parameter
Instelwaarde / beschrijving / aanwijzing
P106
S-curve
0 ... 100 %
Met deze parameter wordt een S-curve bij de acceleratie- en deceleratieflank gecreëerd. Dit is
noodzakelijk voor toepassingen waarbij een geleidelijke, maar dynamische toerentalverandering van
[ 0 ]
belang is.
Een S-curve wordt bij elke wijziging van de nominale waarde uitgevoerd.
De in te stellen waarde is gebaseerd op de ingestelde acceleratie- en deceleratietijd, waarbij
waarden <10% geen effect hebben.
P107
Reactietijd rem
0 ... 2,50 sec.
Elektromagnetische remmen hebben een door fysische factoren bepaalde vertragingstijd bij hun
inwerkingtreding. Bij toepassingen in hefwerktuigen kan dit tot het zakken van de last voeren, omdat
[ 0.0 ]
de rem de last vertraagd overneemt.
Met deze reactietijd kan rekening worden gehouden via de parameter P107 (rembesturing).
Binnen de instelbare reactietijd levert de FO de ingestelde absolute minimale frequentie (P505) en
voorkomt zo het accelereren tegen de nog niet geheel geopende rem en het zakken van de last bij
het stoppen.
P108

Uitschakelmodus

0 ... 9
Deze parameter bepaalt de manier waarop de uitgangsfrequentie na het "blokkeren"
(regelaarvrijgave  low) wordt verlaagd:
[ 1 ]
80
0 = Spanning blokkeren: Het uitgangssignaal wordt zonder vertraging uitgeschakeld. De FO
levert geen uitgangsspanning meer. In dit geval wordt de motor alleen door de
mechanische wrijving afgeremd. Een onmiddellijke herinschakeling van de FO kan een
storingsmelding tot gevolg hebben.
1 = Deceleratie: De actuele uitgangsfrequentie wordt gereduceerd in overeenstemming met
de nog resterende deceleratietijd (uit P103).
2 = Vertraagde deceleratie: zoals bij deceleratie, maar bij generatorwerking wordt de
deceleratietijd verlengd of bij statisch bedrijf wordt de uitgangsfrequentie verhoogd. Deze
functie kan onder bepaalde voorwaarden de overspanningsuitschakeling verhinderen of zij
reduceert het vermogensverlies bij de remweerstand.
Aanwijzing: Deze functie mag niet geprogrammeerd zijn, wanneer een gedefinieerde
afremming vereist is zoals bij hefinstallaties.
3 = Direct DC-remmen: De FO schakelt meteen over naar de vooraf selecteerde gelijkstroom
(P109). Deze gelijkstroom wordt geleverd gedurende de >Tijd DC-rem< (P110).
4 = Constante remweg: De deceleratie begint vertraagd, wanneer niet wordt gewerkt met de
maximale uitgangsfrequentie (P105). Dit leidt tot een vrijwel gelijke remweg vanuit
verschillende frequenties.
Aanwijzing: Deze functie is niet bruikbaar als nauwkeurige positioneerfunctie. Deze functie
kan beter niet worden gecombineerd met een S-flank (P106).
5 = Compound remmen: Afhankelijk van de actuele tussenkringspanning (UZW) wordt een
spanning met hoge frequentie op de grondfrequentie geschakeld (alleen bij lineaire
karakteristiek, P211 = 0 en P212 = 0). De remtijd (P103) wordt zoveel mogelijk
aangehouden.  De motor wordt nog meer opgewarmd!
6 = Kwadratische deceleratie: De deceleratie heeft geen lineair verloop, maar verloopt
kwadratisch.
7 = Kwadratische deceleratie met vertraging: Combinatie uit functie 2 en 6
8 = Kwadratisch deceleratie met rem: Combinatie uit functie 5 en 6.
9 = Constant vermogen tijdens acceleratie/deceleratie: Geldt alleen in het
veldverzwakkingsbereik! De aandrijving wordt met constant elektrisch vermogen verder
versneld of afgeremd. Het verloop van de deceleratietijd is afhankelijk van de last.
Technische wijzigingen voorbehouden
Supervisor
Parameterset
Beschikbaar met optie
S
P
Altijd beschikbaar
P
Altijd beschikbaar
S
P
Altijd beschikbaar
BU 0300 NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave