Besturen van de frequentieomvormer
De frequentieomvormer laat zich alleen dan volledig aansturen met betrekking tot de uitgangsfrequentie en de
draairichting via de parameterbox, wanneer de parameter >Interface< (P509 = 0/4) ingesteld is op de functie
>Stuurklemmen/toetsenbord< of >USS< en de frequentieomvormer niet via de stuurklemmen werd
vrijgegeven.
START (vrijgave)
STOP (geen vrijgave)
Draairichtingsomkeer
AANWIJZING
Wordt de frequentieomvormer via het toetsenbord vrijgegeven
gebruikt,
>Basisparameters< in de parameter >Parameterset< (P100) geselecteerd is.
Tijdens het bedrijf kan de parameterset niet worden omgeschakeld. Een wijziging in de P100 wordt
pas overgenomen, als de uitgangsfrequentie eenmaal door NUL is gegaan.
De wijziging van de parameterset moet met de
en
Opgelet:
BU 0300 NL
Opslaan van de
actuele frequentie
die
voor
deze
frequentieomvormer
of
worden geactiveerd.
Na het commando START kan de frequentieomvormer meteen met een vooraf
geprogrammeerde frequentie (minimale frequentie P104 of tipfrequentie P113) opstarten.
Technische wijzigingen voorbehouden
4.4 Functies van de parameterbox
Geen functie van de
besturing van de
frequentieomvormer
Frequentie verhogen
Frequentie verlagen
, dan wordt de parameterset
in
het
menu
>Parameterinstelling<
toetsen worden bevestigd en aansluitend door
...
59