NORDAC trio SK 300E Handboek
2.8.3 Aanwijzingen voor inbedrijfstelling
De frequentieomvormer en de motor zijn overeenkomstig de aanduiding voor toepassing in zone 22 (niet
geleidende stof) geschikt.
De aanduiding luidt:
Voor zone 22 moeten de kabelwartelgaten minstens aan de beschermingsklasse IP 55 voldoen. Niet gebruikte
openingen moeten met blinde afdichtingen (minimale beschermingsklasse IP 55) worden afgesloten.
De motoren worden door de frequentieomvormer beschermd tegen oververhitting. Dit wordt door de analyse
van de PTC-weerstand met de frequentieomvormer bewaakt. Om deze functie te garanderen, moet de digitale
ingang 1 op de functie 'PTC' zijn ingesteld (P420 = 13). Bovendien moet erop worden gelet, dat er een NORD-
motor uit de motorlijst (P200) is ingesteld. Als er een motor van een andere fabrikant wordt toegepast, dienen
de gegevens van de motorparameters (P201 tot P208) met het motortypeplaatje te worden vergeleken.
Daarnaast moeten de parameters van de frequentieomvormer zodanig worden ingesteld, dat de motor niet
met een hoger toerental dan 3000
frequentie' op een waarde lager dan 100 Hz ingesteld (P105 ≤ 100). Hierbij moet het maximaal toegelaten,
ingaande reductortoerental in acht worden genomen. Bovendien moet de bewaking „I²t-Motor" in de parameter
P535=1 worden ingeschakeld.
Overzicht van de noodzakelijke parameterinstellingen:
Parameter
P105
Maximale
≤ 100 Hz
frequentie:
overeenkomstig
P200
motorlijst:
motorvermogen kiezen
P201 – P208
Gegevens op het
typeplaatje:
Motorgegevens
P420
[13]
Functie
dig. Ing. 1
P535
[1] ingeschakeld
I²t-motor
Aanwijzing: Zie voor details over de toegelaten optiemodules voor explosieve zones (ATEX-
zone 22) bij de frequentieomvormer NORDAC trio SK 300E in hoofdstuk. 2.8.2.
30
1
/
kan worden toegepast. Voor een 4-polige motor moet de ‚maximale
min
P
P
B
B
Instelwaarde
Fabrieksinstelling
ingang PTC-weerstand
Technische wijzigingen voorbehouden
II 3D T125°C
Beschrijving
Deze gegevens heeft betrekking op een 4-polige
motor. De waarde mag altijd zo groot zijn, dat
[50]
een motortoerental van 3000 omw/min niet wordt
overschreden.
Wanneer er een NORD-motor wordt toegepast,
[0]
kunnen hier vooraf ingestelde motorgegevens
worden opgeroepen.
Als een motor van een andere fabrikant wordt
[xxx]
toegepast, dienen hier de motorgegevens
volgens het typeplaatje te worden ingevuld.
De digitale ingang 1 moet als PTC-parameter zijn
[13]
ingesteld om de temperatuur van de motor te
kunnen bewaken.
De I²t-controle van de motor moet worden
[0]
ingeschakeld.
BU 0300 NL