Functies van de Controlbox:
Indrukken om de frequentieomvormer in te schakelen. Hij is nu met de eventueel ingestelde
tipfrequentie (P113) vrijgegeven. Maar de eventueel ingestelde minimale frequentie (P104) wordt wel
geleverd.
Parameters >Interface< P509 moeten = 0 zijn.
a)
Indrukken om de frequentieomvormer uit te schakelen (te blokkeren). De uitgangsfrequentie wordt
eerst verlaagd tot de absolute minimale frequentie (P505) en vervolgens uitgeschakeld.
b)
Tijdens het instellen van de parameters kan uit elke willekeurige parameter direct naar het
bedrijfswaardedisplay P000 (startscherm na netspanning AAN) worden geschakeld.
a)
Geeft tijdens het bedrijf de actueel ingestelde bedrijfswaarde aan (selectie in P001) of de
7-
storingscodes.
segmente
b)
Bij de parameterinstelling worden het parameternummer of de parameterwaarde weergegeven. In
n LED-
de uitgeschakelde, maar bedrijfsklare toestand worden vier streepjes „_ _ _ _" weergegeven of als
display
in de P113 de ingestelde frequentie op > 0Hz is ingesteld, knippert deze waarde.
a)
De LED's signaleren tijdens het bedrijf de actuele bedrijfsparameterset.
LED's
b)
Bij de parameterinstelling wordt de actuele parameterset weergegeven.
1
2
a)
De draairichting van de motor wisselt nadat deze toets is ingedrukt. „Draairichting linksom" wordt
door een minteken aangegeven. Let op! Wees voorzichtig bij pompen, transportschroeven,
ventilators etc. Blokkeer de toets via parameter P540.
b)
Om in de modus parameterinstelling een gewijzigde waarde niet op te slaan, kan deze toets
ingedrukt worden.
a)
Druk de toets in om de frequentie te verhogen.
b)
Tijdens de parameterinstelling worden parameternummer of parameterwaarde verhoogd.
a)
Druk de toets in om de frequentie te verlagen.
b)
Tijdens instelling van de parameters worden parameternummer of parameterwaarde verlaagd.
a)
„ENTER" indrukken om een gewijzigde parameterwaarde op te slaan of om van parameternummer
over te schakelen naar de parameterwaarde en omgekeerd.
AANWIJZING: Als een gewijzigde waarde niet moet worden opgeslagen, kan de
gebruikt om de parameter te verlaten zonder de wijziging op te slaan.
b)
Tijdens bedrijf, wanneer via het toetsenbord wordt gestuurd, kan de actuele frequentiewaarde in de
parameter P113 tipfrequentie worden opgeslagen. Deze is dan de beginwaarde, als met de
START-toets wordt vrijgegeven.
BU 0300 NL
1
= P1
2
Technische wijzigingen voorbehouden
3.2 Overzicht van de Technologieboxen
1
= P2
2
-toets worden
37