GEBRUIK
Temperatuurbeveiliging
Een sensor controleert continu de temperatuur van bepaalde onderdelen van de kookplaat.
Elke kookzone is voorzien van een sensor die continu de temperatuur van de bodem van de
pan controleert om risico op oververhitting te voorkomen wanneer een pan droogkookt. Bij een
te hoge temperatuur wordt de kookstand van de kookplaat automatisch verlaagd of wordt de
kookplaat automatisch uitgeschakeld.
Kookduurbegrenzer
De kookduurbegrenzer is een veiligheidsfunctie van uw kookplaat. Deze wordt
geactiveerd als u vergeet de kookplaat uit te schakelen. Afhankelijk van de gekozen
kookstand wordt de kookduur als volgt begrensd:
Kookstand
1-2
3-4
5
6-9
Inductiegeluiden
Een tikkend geluid
Dit wordt veroorzaakt door de vermogensbegrenzer op de linker- en rechterzones. Ook bij lagere
kookstanden kunt u een tikkend geluid horen.
Pannen maken geluid
Pannen kunnen tijdens het koken geluid maken. Dit wordt veroorzaakt door de energie die van
de kookplaat naar de pan stroomt. Bij hoge niveaus is dit bij sommige pannen een heel normaal
verschijnsel. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
De ventilator maakt geluid
Het toestel is voorzien van een ventilator om de levensduur van de elektronica te verlengen. Als u
het toestel intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld om het toestel te koelen en hoort
u een zoemend geluid. De ventilator blijft nog enkele minuten doorwerken nadat de kookplaat is
uitgeschakeld.
Maximale gebruikstijd
6 uur
5 uur
4 uur
1.5 uur
NL 11