is
3.10.2
Instructiehandleiding ADM
10. Lees met de manometer de voordruk af van meetnippel (6). Raadpleeg de
tabel met gasgevens (3.4.3 "Gasgegevens").
Opmerking
Raadpleeg de beheerder van het gasnet indien de voordruk niet juist is.
11. Lees met de manometer de branderdruk af van meetnippel (8). Raadpleeg
de tabel met gasgevens (3.4.3 "Gasgegevens").
Opmerking
Indien de branderdruk niet juist is en het toestel is uitgerust met een vlakke
plaat of hoog-laagregeling, dan kunt u de druk niet bijregelen. Raadpleeg in dit
geval uw installateur of uw leverancier. Als het toestel wel is uitgerust met een
branderdrukregeling, dan kunt u de druk bijregelen (3.10.2 "Druk bijregelen").
Druk bijregelen
1. Verwijder het dopje (2) van de branderdrukregeling.
2. Corrigeer de branderdruk door, afhankelijk van de afwijking, de stelschroef
(3) te draaien:
-
Stelschroef linksom: branderdruk neemt af.
-
Stelschroef rechtsom: branderdruk neemt toe.
3. Dek de opening van de stelschroef af en controleer de branderdruk met de
opgegeven waarde uit de tabel met gasgevens (3.4.3 "Gasgegevens").
4. Indien de ingestelde druk niet juist is de branderdruk afregeling herhalen tot
juiste druk bereikt is.
5. Monteer het dopje (2) op de branderdrukregeling.
Afronding
1. Sluit de gastoevoer.
2. Ontkoppel beide manometers en draai de afdichtschroefjes in de
meetnippels dicht.
Opmerking
Neem voor het in bedrijf nemen even de tijd om de meegeleverde
garantiekaart in te vullen. Zo stelt u ons in staat om de kwaliteit van onze
systemen te waarborgen, en onze garantieprocedure te perfectioneren.
Retourneer deze kaart zo snel mogelijk. Uw klant ontvangt dan een
garantiecertificaat met onze garantievoorwaarden.
31