2
2.5
Veiligheid van de
installatie
2.5.1
2.5.2
14
Werking van het toestel
Naast de standaard beveiliging van het toestel (2.4 "Beveiliging van het
toestel") moet de installatie verder beveiligd worden met een inlaatcombinatie
en reduceerventiel. Optioneel kan een T&P-ventiel worden toegepast.
Inlaatcombinatie en reduceerventiel
Een te hoge druk in de tank kan de geëmailleerde laag (in het toestel) of de tank
beschadigen. Een inlaatcombinatie en drukreduceerventiel voorkomen dit. De
inlaatcombinatie functioneert als afsluiter, terugslagklep en overstortventiel.
Indien de waterleidingdruk te hoog is (> 8 bar) moet een drukreduceerventiel
worden toegepast. Beide onderdelen dienen in de
koudwaterleiding (3.6.1 "Koudwaterzijdig") gemonteerd te worden.
T&P-ventiel
Een T&P-ventiel (Temperature and Pressure Relief Valve = Temperatuur- en
drukreduceerventiel) bewaakt de druk in de tank en watertemperatuur bovenin
de tank. Indien de druk in de tank te hoog wordt (> 10 bar) of de
watertemperatuur te hoog (> 97 °C) zal het ventiel openen. Het hete water kan
nu uit de tank stromen. Omdat het toestel onder waterleidingdruk staat, zal
automatisch koud water de tank in stromen. Het ventiel blijft open totdat de
onveilige situatie is opgeheven. Het toestel heeft standaard een aansluitpunt
voor een T&P-ventiel (3.6.3 "Warmwaterzijdig").
gis
Instructiehandleiding ADM