6 | Machine voorbereiden
Machine aankoppelen
6.7.2 Tractor naar de machine rijden
1. Machine met 2 wielkeggen 1 op de buitenste
achterwielen zekeren.
Tussen tractor en machine moet voldoende plaats
blijven om de toevoerleidingen zonder hindernissen
aan te koppelen.
2. Tractor op voldoende afstand naar de machine
rijden.
3. Tractor beveiligen. Contactsleutel verwijderen.
6.7.3 Hydraulische slangen van de standaardhydraulica aansluiten
Alle hydraulische slangen zijn voorzien van grepen.
De handgrepen hebben gekleurde markeringen met
een getal of een letter als code. Aan de markeringen
zijn de verschillende hydraulische functies van de
drukleiding van een tractorregeleenheid toegewezen.
Bij de markeringen is folie op de machine
gekleefd, die de desbetreffende hydraulische functies
verduidelijken.
Afhankelijk van de hydraulische functie wordt de
tractorregeleenheid in verschillende bedrijfsmodi
gebruikt:
60
1
1
MG6212-NL-II | G.1 | 22.06.2023 | © AMAZONE
CMS-T-00005824-A.1
CMS-I-00001046
CMS-I-00004119
CMS-T-00001694-B.1
CMS-I-00000121