8. USB-laadbus
Uw e-pilot is uitgerust met een USB-laadbus [35] waaraan apparaten met maximaal
(1,3 ampère, bijv. mobiele telefoons) kunnen worden opgeladen. De laadbus bevindt
zich
aan de stuurkop en is beschermd met een rubberen afdekking [36].
Controleer of, wanneer de USB-laadbus niet wordt gebruikt, de rubberen afdekking
steeds volledig is ingestoken en de bus afdicht. Als de USB-laadbus niet volledig is
afgedicht, kan er vocht binnendringen en schade veroorzaken.
Let op, gevaar voor beknelling!
Grijp nooit in de afdekking onder de USB-bus [35]. Met
name bij het rijden door bochten bestaat gevaar voor
beknelling van vingers.
9. Licht
Het licht [17] wordt in de eerste plaats met de toets [5] aan het stuur (zie hoofdstuk
2.6) uit- of ingeschakeld. Het licht kan eveneens met de toets direct aan het licht [63]
uit- of ingeschakeld worden.
Neem het volgende in acht:
De toets [5] onderbreekt resp. opent de stroomtoevoer naar het licht [17] volledig.
Dit betekent dat het licht alleen kan worden ingeschakeld als het ook reeds met de toets [5]
is ingeschakeld.
29