Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Laden Van Het Accupack; Het Accupack Laden; Aansluiting Van De Laadstekker Op Het Accupack; Weergave Van De Laadtoestand Op Het Display - Alber E-PILOT P15 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor E-PILOT P15:
Inhoudsopgave

Advertenties

Leds
14

3.5 Laden van het accupack

Het accupack kan zowel worden opgeladen wanneer het aan de e-pilot is aangesloten als
wanneer het van de e-pilot is verwijderd.
Lees voordat u met laden van het accupack [13] begint de aanwijzingen voor het laad-
proces in de hoofdstukken 3.5.4 tot 3.5.6 en voer vervolgens de laadprocedure overeen-
komstig de instructies en aanwijzingen in de afzonderlijk bijgevoegde bedieningshandlei-
ding van de oplader uit.

3.5.1 Aansluiting van de laadstekker op het accupack

• Trek de rubberen afdekking van de laadbus [10] af.
• Steek de laadstekker [25] in de laadbus [10]. De witte markering aan de laadstekker
(positie [A] in de grafiek hiernaast) wijst daarbij naar voren.
• Voer de laadprocedure uit.
• Trek na het laden de laadstekker [25] uit de laadbus [10] en de netstekker [26] uit de
contactdoos.
• Breng de rubberen afdekking weer aan op de laadbus [10].

3.5.2 Weergave van de laadtoestand op het display

De vijf leds van de led-weergave [45] geven vanaf het begin van het laadproces de laad-
Ladingstoestand
toestand van het accupack aan. Daarbij komt elke led overeen met ca. 20 % capaciteit.
0 - 19 %
Als de capaciteit van de accu minder dan 19 % bedraagt, knippert de eerste led. Bij vol-
ledig opgeladen accu branden alle vijf leds.
20 - 39 %
40 - 59 %

3.5.3 Foutmelding tijdens het laadproces

60 - 79 %
Als er tijdens het laadproces een fout optreedt, knippert de rode led op de oplader [23],
80 - 99 %
de groene led is uit. Controleer
• of de netstekker [26] van de oplader correct op een stroomvoerend stopcontact aan-
100 %
gesloten is
• of de stekker van de oplader [25] correct met het accupack verbonden is
Mocht het laadproces nog steeds niet verder uitgevoerd worden en de rode led op de
oplader nog steeds knipperen, is er een ernstige fout opgetreden. Stop het opladen en
neem onmiddellijk contact op met uw vakhandelaar.
i
!
!
i
Tijdens het opladen kan de e-pilot wel worden ingeschakeld, maar
kan er niet mee gereden worden.
Als het accupack zich voor het opladen aan de e-pilot bevindt, moet
vóór het begin van het laadproces het systeem uitgeschakeld. Boven-
dien moet de e-pilot met de vergrendeling [6] voor de remhendel [7b]
en de rolstoel met zijn vastzetremmen tegen onbedoeld wegrollen
worden beveiligd.
Als de e-pilot langere tijd (meer dan 1 dag) niet gebruikt wordt, is
het raadzaam om het accupack niet constant aan de oplader aange-
sloten te laten.
Controleer in het algemeen vóór het begin van elke rit de laadtoe-
stand van het accupack. Het moet voor het begin van de rit volledig
opgeladen zijn.
Laad het accupack steeds volledig op. Onderbreek alleen in noodge-
vallen het opladen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave