Pagina 1
Speed up your life Zuggerät für Rollstühle Gebrauchsanweisung e-pilot P15 Instructions for Use e-pilot P15 Instructions d’utilisation e-pilot P15 Manual de instrucciones e-pilot P15 Istruzioni per l‘uso e-pilot P15 Gebruiksaanwijzing e-pilot P15 Bruksanvisning e-pilot P15 Instruktionsbok e-pilot P15 Brugsvejledning e-pilot P15 Käyttöohjeet e-pilot P15...
Pagina 2
Service Center (Deutschland) Montag bis Donnerstag von 8.00 - 18.00 Uhr Freitag von 8.00 - 16.00 Uhr erreichbar unter Telefon (0800) 9096-250 (gebührenfrei)
17. Belangrijke informatie voor vliegreizen 4.3.4 Indicaties in het menu Deze gebruiksaanwijzing kan in de meest actuele versie gedownload worden op onze website www.alber.de. Als u een versie met grotere letters wenst, gelieve dan contact 42.0001.4.99.04 op te nemen met het Alber Service Center.
Indien u zich nog niet zeker voelt in de bediening van de e-pilot, gelieve u dan eveneens te wenden tot uw speciaalzaak. In het geval van eventuele technische storingen kunt u zich wenden tot uw specialist of tot het Alber Service Center, telefoon 0800 9096-250 (kosteloos;...
In het geval van de e-pilot is dit de bestuurder van de rolstoel waaraan de e-pilot is aange- bracht. De instructie gebeurt door een geautoriseerde vakhandelaar of door een vertegenwoordiger van de firma Ulrich Alber GmbH. Het gebruik van de e-pilot door niet-geïnstrueerde resp.
Aanwijzingen voor de afvalverwijdering van de e-pilot en zijn componenten, zie hoofdstuk 7.4. Apparaat beschermen tegen vocht. Vermelding van het temperatuurbereik waarin de e-pilot resp. het accupack gebruikt kan worden. Gebruiksaanwijzing in acht nemen! Deze gebruiksaanwijzing bevat onder andere aanwijzingen, informatie en waarschuwingen voor het gebruik van de e-pilot, en voor het laden van de accu.
Aanbevolen wordt om alleen originele toebehoren van Alber te gebruiken. De e-pilot is zo ontworpen dat hij uitstekende prestaties levert als hij wordt gebruikt met origineel toebehoren van Alber. Alber is niet aansprakelijk voor schade aan het product resp. voor ongevallen (bijvoorbeeld branden e.d.) die als gevolg van verkeerd functioneren van niet-origineel toebehoren resp.
2. Ingebruikname De e-pilot en het evt. door u meebestelde toebehoren worden door Alber of uw vakhan- delaar aan uw rolstoel gemonteerd en gebruiksklaar bij u geleverd. Hiervoor bevindt zich aan de onderkant van uw rolstoel eenhouder [27] waarmee de e-pilot aan uw rolstoel kan worden gekoppeld (zie hoofdstuk 2.1).
2.1. Aankoppelen van de e-pilot aan de rolstoel Ga als volgt te werk om de e-pilot aan de rolstoel te koppelen: • Trek de vastzetremmen van de rolstoel aan. • Controleer of de e-pilot niet is ingeschakeld. De volgende stappen mogen alleen met uitgeschakelde e-pilot worden uitgevoerd! •...
2.2 Loskoppelen van de e-pilot van de rolstoel Voor het loskoppelen van de e-pilot van de rolstoel gaat u als volgt te werk: • Trek de vastzetremmen van de rolstoel aan. • Controleer of de e-pilot niet is ingeschakeld. De volgende stappen mogen alleen met uitgeschakelde e-pilot worden uitgevoerd! •...
2.3 Bedieningselementen aan het stuur Uit het perspectief van de gebruiker bevinden zich aan de rechterkant van het stuur • de gasgreep [1] • de toets [2] voor aan/uit, voorwaartse versnellingen, achteruitversnelling, voorse- lectie van de maximale snelheid en menubesturing •...
2.5 Gasgreep Het rijden wordt geregeld met de bedieningselementen aan de rechterkant van het stuur. • Druk ca. 2 seconden lang op de toets [31] aan de knop [2]. De gasgreep [1] mag daarbij niet bediend worden. • De e-pilot wordt nu ingeschakeld en de voorgeselecteerde rijmodus (zie hoofdstuk 4.3.4 Rijmodus) op het display [3] weergegeven.
Het lithium-ionen accupack bevat chemische substanties die gevaarlijke reacties kunnen veroorzaken indien de hier genoemde vei- ligheidsinstructies niet opgevolgd worden. Voor schade die ontstaat doordat de algemene aanwijzingen en veiligheidsinstructies niet in acht werden genomen, stelt Alber GmbH zich niet aansprakelijk. Omwille van transportvoorschriften is het accupack bij levering slechts tot maximaal 30 procent opgeladen.
3.1 Indicaties aan het accupack Aan de voorzijde van het accupack bevindt zich het display met de toets [12] en de led-indicatie [45]. Toets [12] De toets [12] omvat de functies • accupack “opwekken” (zie hoofdstuk 3.4) • Weergave van de resterende capaciteit van het accupack (zoals hieronder beschreven) Capaciteit van het accupack Met de led-weergave [45] kan de actuele resterende capaciteit van de accu worden weer- gegeven.
3.3 Plaatsen van het accupack Als het accupack [13] is verwijderd, moet het voor inbedrijfstelling van de e-pilot weer in de accuhouder [14] worden geplaatst. • Draai de sleutel [15] naar voren • Plaats het accupack [13], zoals in de volgende tekening weergegeven, eerst schuin naar boven in de accuhouder [14].
3.5 Laden van het accupack Het accupack kan zowel worden opgeladen wanneer het aan de e-pilot is aangesloten als wanneer het van de e-pilot is verwijderd. Lees voordat u met laden van het accupack [13] begint de aanwijzingen voor het laad- proces in de hoofdstukken 3.5.4 tot 3.5.6 en voer vervolgens de laadprocedure overeen- komstig de instructies en aanwijzingen in de afzonderlijk bijgevoegde bedieningshandlei- ding van de oplader uit.
• Gebruik de oplader nooit en haal hem niet uit elkaar als hij een harde slag heeft opgelopen, gevallen is of op een andere manier bescha- digd werd. Breng de beschadigde oplader voor reparatie naar een door Alber geautoriseerde specialist voor medische hulpmiddelen.
3.5.6 Veiligheidsinstructies voor het accupack • Voordat de e-pilot voor het eerst gebruikt wordt, moet het accupack ervan volledig opgeladen worden. • De e-pilot mag alleen worden gebruikt bij temperaturen tussen -25°C en +50°C. • Laad het accupack nooit op bij temperaturen onder 0°C of boven 45°C. Als een poging wordt gedaan om een laadproces buiten dit tem- peratuurbereik uit te voeren, wordt het laadproces automatisch stopgezet.
4.2 USB-aansluiting op het display Het display [3] beschikt over een USB-aansluiting [37], die in de eerste plaats wordt gebruikt door Alber of door uw vakhandelaar voor onderhouds- en diagnosewerkzaam- heden. Controleer of de erop aangebrachte rubberen afdekking steeds volledig is inge- stoken en de afsluiting afdicht.
4.3. Menu's in het display Bij het inschakelen van de e-pilot verschijnt op het display [3] eerst het startscherm met het Alber-logo en de tekst E-PILOT . Na enkele seconden wordt het normale rijscreen weergegeven, dat informatie geeft over verschillende voorinstellingen en de bedrijfstoestand. Ver- schillende parameters kunnen daarbij door de rolstoelgebruiker afzonderlijk worden aangepast (zie hoofdstukken 4.3.3 en 4.3.4).
4.3.2 Rijscreen In de basisinstelling wordt bij de e-pilot het hiernaast afgebeelde rijscreen op het display weergegeven. Betekenis: [50] = Actuele kloktijd (hiervoor is een voorinstelling vereist; zie hoofdstuk 4.3.4). [51] = Symbool verschijnt wanneer de rijmodus TRACTIEHULP is geactiveerd (zie hoofdstuk 4.3.4).
Als de instructies, met name de veiligheids- en gevarenaanwijzingen, niet in acht worden genomen, sluit Alber GmbH aansprakelijkheid uit. 4.3.4 Indicaties in het menu Uitschakelen Door ca.
Speed Submenu Mobility Plus-pakket”Speed” functie uitgeschakeld Mobility Plus-pakket”Speed” functie ingeschakeld Terug: U gaat terug naar het menu. 5. Rijbedrijf 5.1 Inschakelen van de e-pilot Druk om de e-pilot in te schakelen op de toets [31] aan de knop [2]. De gasgreep [1] mag daarbij niet bediend worden.
• De veiligheid en gezondheid van de rolstoelgebruiker komen op de eerste plaats. Hiervoor is het absoluut noodzakelijk de rijeigenschap- pen van de e-pilot te leren kennen. Uw vakhandelaar of regiohoofd van de firma Alber ondersteunen u hierbij door een gratis instructie in de bediening van het apparaat.
• De e-pilot mag alleen worden aangebouwd aan rolstoelen die voorzien zijn van grijpbanden die door Alber GmbH hiervoor zijn goedgekeurd. • De montage en wijziging van de houder voor de e-pilot mag alleen worden uitgevoerd door Alber GmbH of door een door Alber erkende vakhandelaar.
Pagina 28
• Controleer vóór elke rit de werking van de vastzetremmen van uw rolstoel. Zonder correct werkende vastzetremmen mag niet worden gereden. • Controleer voor elk gebruik of de e-pilot correct in de houder [27] aan de rolstoel zit. • Controleer voor elk gebruik de correcte afstand van de staander [18] en van de zwenkwielen van de rolstoel tot de grond. Bij een afstand tot de grond van minder dan 1 centimeter (staander) en 5 centimeter (zwenkwielen) mag men niet meer met de e-pilot rijden.
Let na een rit met de e-pilot op het volgende: • Schakel de e-pilot onmiddellijk uit als u hem niet gebruikt, om te vermijden dat per ongeluk een rijimpuls geactiveerd wordt door contact met de gasgreep [1]. • Klem bij elke stilstand de remhendel [7b] aan de linkerkant van de greep vast met de vergrendeling [6] en trek bovendien de vastzet- remmen van de rolstoel aan.
Pagina 30
Houd er rekening mee dat de remafstand van de e-pilot bij rijden op een helling aanzienlijk langer kan zijn dan op vlak terrein, afhankelijk van de snelheid en het hellingspercentage. Pas uw snelheid daarom aan deze omstan- digheden aan. Het wiel [21] van de e-pilot wordt bij stilstand niet automatisch geblokkeerd, maar is vrij beweeglijk. Neem daarom met name de informatie en instructies in hoofdstukken 2.8 (Veiligheidsaanwijzing voor het ver- grendelen en lossen van de remmen op hellingen en afdalingen) en 6.3 (Veiligheidsinstructies) voor het stoppen en vertrekken op hellingen in acht.
Als op het display een foutcode verschijnt, schakel de e-pilot dan nogmaals uit en vervolgens weer in. Mocht een fout daardoor niet verholpen kunnen worden, gelieve dan contact op te nemen met uw vakhandelaar. Afhankelijk van het soort fout moet de component in kwestie eventueel ter reparatie naar Alber worden opgestuurd.
Bij overschrijding van de maximumsnelheid (zie tabel in hoofdstuk 13) en het niet in acht nemen van de instruc- ties in deze gebruiksaanwijzing kunnen de aandrijving en het accupack beschadigd raken. In dit geval kunt u geen aanspraak maken op aansprakelijkheid of garantie vanwege Alber GmbH.
8. USB-laadbus Uw e-pilot is uitgerust met een USB-laadbus [35] waaraan apparaten met maximaal (1,3 ampère, bijv. mobiele telefoons) kunnen worden opgeladen. De laadbus bevindt zich aan de stuurkop en is beschermd met een rubberen afdekking [36]. Controleer of, wanneer de USB-laadbus niet wordt gebruikt, de rubberen afdekking steeds volledig is ingestoken en de bus afdicht.
10. Transport 10.1 e-pilot • Voor transportdoeleinden moeten het accupack en het display van de e-pilot worden verwijderd en veilig worden opgeborgen. Als beide componenten op de e-pilot blijven, moet deze in elk geval worden uitgeschakeld. • Als de e-pilot wordt opgetild, mag u nooit met uw hand in de velg grijpen. •...
Als de e-pilot u door uw zorgverzekeraar ter beschikking werd gesteld en u hem niet meer nodig heeft, stel dan uw zorgverzekeraar, een vertegenwoordiger van de firma Alber of uw specialist voor medische producten hiervan op de hoogte. Uw e-pilot kan dan op een eenvoudi- ge en economische manier opnieuw worden gebruikt.
Gelieve te informeren naar de in uw land geldende wetgeving met betrekking tot de verwijdering, aangezien de WEEE-verordening voor dit product niet van toepassing is in alle Europese landen. Als alternatief wordt de e-pilot ook door de firma Alber of de Alber vakhandelaren teruggenomen voor vakkundige en milieuvriendelijke afvalverwerking.
13. Technische gegevens Aandrijving Actieradius (*): tot 50 km (standaard accupack) / 20 km (accupack voor vliegreizen) conform ISO 7176 - 4 Maximaal stijgvermogen: tot 5,71 ° (10 %); de grenswaarden van de rolstoelfabrikant moeten ook in acht worden genomen Maximale helling: 8,53 °...
[B] aan de achterkant van het display. Geef a.u.b. het componentennummer (nummer in het midden van het etiket, in de grafiek hiernaast met een pijl gemarkeerd) aan als u een component wilt vervangen in het kader van de Alber-ruil- beurs.
Pagina 39
Sticker op het accupack Aan de achterkant van het accupack bevindt zich de hiernaast afgebeelde sticker met informatie over het gebruik en vermelding van technische gegevens. Sticker op de oplader Aan de achterkant van de oplader bevindt zich de hiernaast afgebeelde sticker met tech- nische gegevens over de oplader.
Pagina 40
Sticker “Accu vergrendelen” Deze sticker bevindt zich aan de voorzijde (onderaan) op het accupack en wijst op de correcte plaatsing van het accupack (zie hoofdstuk 3.3). Sticker “Kantelgevaar” • Let op, kantelgevaar! Verminder uw snelheid voor het nemen van een bocht! •...
Uiteindelijk beslist de piloot of de e-pilot mee aan boord mag worden genomen of niet mag worden getransporteerd. Op deze beslissing hebben noch Alber GmbH, nog uw specialist enige invloed.
Pagina 42
Ihre Alber-Vertretung / Your Alber representative / Votre représentation Alber / Vostra rappresentanza Alber / Su representación Alber / Din Alber representant / Din Alber-agenturene / Uw distributeur Alber / Deres Alber-repræsentation Alber GmbH Vor dem Weißen Stein 14 72461 Albstadt-Tailfingen...