Optie
TCP/IP
IPX/SPX
APPLETALK
DLC/LLC
BEVEIL. WEB
178 Bijlage B Menu's in het bedieningspaneel
Opties
Waarden
STANDAARD IP
AUTO IP
VEROUDERD
PRIMAIRE DNS
.
SECUNDAIRE
DNS
PROXYSERVER
PROXYPOORT
INSCHAKELEN
AAN
UIT
AUTO
FRAMETYPE
EN_8023
EN_II
EN_8022
EN_SNAP
INSCHAKELEN AAN
UIT
INSCHAKELEN
HTTPS
VEREIST
HTTPS
OPTIONEEL
Verklaring
Een link-local IP-adres 169.254.x.x wordt ingesteld.
Het adres 192.0.0.192 wordt ingesteld, dat consistent
si met oudere Jetdirect producten.
Geef het IP-adres (n.n.n.n) op van de primaire DNS-
server (Domain Name System).
Geef het IP-adres (n.n.n.n) op van de secundaire
DNS-server (Domain Name System).
Hiermee wordt de proxyserver opgegeven die moet
worden gebruikt door ingebouwde toepassingen in
de printer. Een proxyserver wordt gewoonlijk gebruikt
door netwerkclients voor internettoegang. Het slaat
webpagina's op en biedt een mate van
internetbeveiliging voor deze clients.
Als een proxyserver wilt opgeven, voert u het
IP-adres of een volledige domeinnaam in. De naam
mag maximaal 64 tekens hebben.
Voor sommige netwerken moet u mogelijk contact
opnemen met uw ISP (Independent Service Provider)
voor het proxyserveradres.
Voer het poortnummer in dat wordt gebruikt door de
proxyserver voor clientondersteuning. Het
poortnummer identificeert de poort die is
gereserveerd voor proxyactiviteit op het netwerk en
kan een waarde hebben tussen 0 en 65535.
Schakel het IPX/SPX-protocol in.
Schakel het IPX/SPX-protocol uit.
Selecteert de instelling van het frametype voor uw
netwerk.
De standaardinstelling AUTO stelt het frametype
automatisch in en beperkt het tot het eerst
waargenomen frametype.
Frametypeselecties voor Ethernet-netwerken.
Het AppleTalk-protocol in- of uitschakelen.
Het DLC/LLC-protocol in- of uitschakelen.
Voor beveiligde, gecodeerde communicaties wordt
alleen HTTPS-toegang geaccepteerd. De printserver
wordt weergegeven als een beveiligde site.
Toegang met HTTP of HTTPS toegestaan.
NLWW