Situatie
Printer herkent de harde
schijf niet.
Printer herkent optionele
lade 4 niet.
Printer herkent de
nietmachine niet.
Printer pakt papier uit de
verkeerde lade.
Problemen met de
printerinterface.
Printer pauzeert.
De printer is uitgeschakeld of
niet aangesloten op een
actieve stroombron.
De printer is gereed, maar
ontvangt geen gegevens (het
gegevenslampje brandt niet).
NLWW
Oplossing
Zet de printer uit en controleer of de harde schijf correct is geïnstalleerd
en goed vastzit in de sleuf.
Controleer of u de optionele lade 4 hebt geselecteerd in de
printerdriver (zie Printersoftware).
Zet de printer uit en weer aan.
Controleer of het stroomsnoer is bevestigd in optionele lade 4.
Wanneer de printer de optionele lade 4 nog steeds niet herkent,
neem dan contact op met een dealer of erkende
servicevertegenwoordiger van HP.
Controleer het snoer naar de nietmachine. Controleer of het snoer aan
beide uiteinden goed is bevestigd.
Controleer of uw programma het juiste papierformaat en de juiste
papiersoort selecteert.
Controleer of de driver voor uw programma correct geïnstalleerd is
en in staat is om het gewenste papierformaat en de gewenste
papiersoort te vragen.
Het gevraagde papierformaat is niet in de geselecteerde lade
geplaatst. De printer pakt papier uit de volgende standaardlade met
het correcte papierformaat. Plaats het correcte papier in de lade en
controleer of de lade correct is afgesteld. Plaats voldoende papier in
de lade voor de afdruktaak. Als u altijd uit de gevraagde lade wilt
afdrukken, stelt u GEWENSTE LADE GEBRUIKEN in op EXCLUSIEF.
Wanneer u lade 2, 3 of optionele lade 4 heeft geselecteerd en de
printer niet heeft uitgeschakeld tijdens de installatie van de lade, dan
herkent de printer de lade niet en wordt papier gekozen uit de
volgende standaardlade. Zet de printer uit en weer aan. Vervolgens
zal de printer de lade herkennen.
Druk een configuratiepagina af vanaf het bedieningspaneel van de printer
om te controleren of de interface-instellingen op de afdruk overeenkomen
met de instellingen op de hostcomputer (zie Configuratiepagina).
Druk op
S
. Druk op
TOP
en druk vervolgens op
Controleer of alle printerkabels goed zijn bevestigd in de
printeronderdelen en op het stroomnet. Zorg dat de printer is
ingeschakeld.
Controleer of er I/O-kabels zijn losgeraakt van de printer, computer
of netwerkpoorten.
Probeer uw I/O-kabel aan te sluiten op een systeem waarvan u weet
dat het werkt.
Controleer of de correcte interfacekabel wordt gebruikt en controleer
de correcte aansluiting hiervan op de printer en de computer.
Wanneer de kabel niet goed is ingesteld, raadpleegt u Beknopte
handleiding voor de HP LaserJet 9040/9050 serie printer voor
informatie over de configuratie.
Wanneer de printer is aangesloten op een netwerk, druk dan een
Jetdirect-configuratiepagina af om te controleren of er problemen
zijn met de interface of met het netwerk (zie Configuratiepagina).
Algemene printerproblemen oplossen 137
of
om de optie Hervatten te selecteren
.