Lay-out en basisfuncties van het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel bevat drie LED-statuslampjes, vier navigatieknoppen, specifieke Help-
informatie, twee taakspecifieke knoppen, een numeriek toetsenbord en een grafisch display
(waarin maximaal vier tekstregels kunnen worden weergegeven).
Bijschrift-
nummer
1
2
3
4
5
6
7
8
NLWW
1
1
12
1
11
1
10
1
Knop
Functie
M
Hiermee opent of verlaat u de menu's.
ENU
Hiermee gaat u één stap terug in een selectie of invoer via het
toetsenbord.
(Pijl-terug )
Hiermee gaat u naar de vorige optie in de lijst.
(Pijl-omhoog )
Bewaart de gekozen waarde voor de gekozen optie. Een sterretje
(*)
(S
)
ELECTEREN
aan. De standaardinstellingen blijven gehandhaafd als de printer
uitgezet of opnieuw geïnitialiseerd wordt (tenzij u alle
fabrieksinstellingen herstelt vanuit het menu Herstellen).
Drukt één van de informatiepagina's van de printer af vanaf het
bedieningspaneel.
N
Dit kan worden gebruikt om numerieke waarden op te geven.
UMERIEK
TOETSENBORD
Hiermee wordt een numerieke invoer teruggezet naar de
standaardwaarde.
(Wissen)
Hiermee gaat u naar de volgende optie in de lijst.
(Pijl-omlaag )
Hiermee roept u Help-informatie op over het bericht dat wordt
weergegeven.
(Help)
2
1
3
1
9
1
8
7
1
1
verschijnt naast de selectie en geeft de nieuwe standaardwaarde
Lay-out en basisfuncties van het bedieningspaneel 15
4
1
5
1
6
1