Super-koelen
Tijdens het superkoelen wordt
de koelruimte ca. 6 uur zo koud mogelijk
gekoeld. Hierna wordt automatisch
omgeschakeld naar de vóór
het superkoelen ingestelde temperatuur.
Het superkoelsysteem inschakelen bijv.:
Vóór het inladen van grote
■
hoeveelheden levensmiddelen.
Om dranken snel te koelen.
■
In- en uitschakelen
Afb. 4
Toets „super" 6 indrukken.
De toets brandt als
het superkoelsysteem is ingeschakeld.
De verskoelruimte
De temperatuur in de verskoelruimte
wordt rond de 0 °C gehouden. De lage
temperatuur en de optimale
luchtvochtigheid maken ideale
omstandigheden mogelijk voor het
bewaren van verse levensmiddelen.
In de verskoelruimte kunnen
levensmiddelen tot drie keer langer vers
worden gehouden dan in de normale
koelzone – voor nog langere versheid en
behoud van voedingsstoffen en smaak.
Vochtlade
Afb. 3/17
De vochtlade wordt afgedekt door een
speciaal filter dat de luchtvochtigheid
in de lade optimaal houdt. Daardoor
heerst er in de vochtlade, afhankelijk van
de vulling, een luchtvochtigheid tot 95%.
Dit bewaarklimaat is ideaal voor vers
fruit, sla, groente, kruiden en
champignons.
Geschikt om vers te koelen:
In de verskoellade:
Afb. 3/15
Vis, zeevruchten, vlees, worstwaren,
■
melkproducten, kant-en-
klaarmaaltijden
In de vochtlade:
Afb. 3/17
Groente (bijv. worteltjes, asperges,
■
selderie, look, rode bieten,
champignons, koolsoorten zoals
broccoli, bloemkool, spruitjes,
koolrabi)
Sla (bijv. veldsla, ijsbergsla, witlof,
■
kropsla)
Kruiden (bijv. dille, peterselie,
■
bieslook, basilicum)
Fruit (niet-koudegevoelige soorten,
■
zoals appels, perziken, bessen,
druiven)
Niet geschikt voor
„verskoelen":
Koudegevoelige fruit en groente (bijv.
zuidvruchten zoals ananas, bananen,
papaja's, citrusvruchten en meloenen,
evenals tomaten, aubergines, courgettes,
paprika's, komkommers, aardappels).
De ideale plaats voor het bewaren van
deze levensmiddelen is de koelruimte.
nl
95