nl
Bedieningselementen
Afb. 4
1
Toets Aan/Uit
Om het hele apparaat in en uit
te schakelen.
2
Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function").
3
Toets „super" (Diepvriesruimte)
Om het supervriessysteem
in en uit te schakelen.
4
Insteltoets temperatuur
in de diepvriesruimte
Met de toets wordt
de temperatuur van
de diepvriesruimte ingesteld.
5
Temperatuurindicatie
Diepvriesruimte
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen in
de diepvriesruimte in °C.
6
Toets „super" (Koelruimte)
Om het superkoelsysteem in en
uit te schakelen.
7
Temperatuurinsteltoets
koelruimte
Met de toets wordt
de temperatuur van de koelruimte
ingesteld.
8
Temperatuurindicatie
Koelruimte
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen in
de koelruimte in °C.
9
Bedrijfsindicatie
De bedrijfsindicatie brandt als het
apparaat in gebruik is.
92
Inschakelen van
het apparaat
Afb. 4
Toets Aan/Uit 1 indrukken. Door op de
alarmtoets 2te drukken, wordt het
temperatuuralarmsignaal uitgeschakeld.
De temperatuurindicaties knipperen en
de indicatie van de alarmtoets brandt tot
in het apparaat de ingestelde
temperaturen zijn bereikt.
Bij geopende deur brandt de verlichting
in de koelruimte.
De fabriek adviseert de volgende
temperaturen:
Koelruimte: +4 °C
■
Verskoelruimte: rond de 0 °C
■
Diepvriesruimte: –18 °C
■
Aanwijzing
Wanneer de lichtschakelaar, afb. 3/10,
bij geopende deur wordt ingedrukt, gaan
de verlichting en de indicaties van de
bedieningselementen uit.
Aanwijzingen bij het gebruik
Na het inschakelen kan het een aantal
■
uren duren voordat de ingestelde
temperaturen zijn bereikt.
Door het volledig automatische
■
No Frost-systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is overbodig.
De voorzijde van het apparaat achter
■
de deur wordt gedeeltelijk licht
verwarmd waardoor de vorming van
condenswater in de buurt van de
deurafdichting wordt voorkomen.
Wanneer de deur van de
■
diepvriesruimte na het sluiten niet
direct weer geopend kan worden,
dient u even te wachten tot de
onderdruk is verdwenen.