Melding of storing
Encoder Failure Fault
(Storing door defecte
encoder)
Motion Controller Fault
(Storing in
bewegingbesturing)
Storing voor eindlimiet
vooruit− of
achteruitbeweging
(alleen reciprocator)
E 2006 Nordson Corporation
Oorzaak
In/uit−versteller of reciprocator
beweegt niet. Mechanische
storing of storing in motor of
motorbesturing.
De feedback−encoder van de
in/uit−versteller of reciprocator
geeft geen pulsen af.
OPMERKING: Wanneer een
encoder uitvalt, verplaatst een
in/uit−versteller zich naar de
eindlimiet voor achteruitbe-
weging. Een reciprocator stopt
dan.
Storing in "bedrijfsklaar"
feedbacksignaal
motorsnelheidbesturing.
De automatische modus wordt
geselecteerd en de reciprocator
heeft de vooruit− (boven) of
achteruit− (beneden)
eindschakelaar geactiveerd.
Problemen en oplossingen
Correctie
Wijzig de gebruiksmodus voor in/uit−versteller of
reciprocator in Handmatig en controleer de
correcte beweging in vooruit− en achteruitrichting
(omhoog en omlaag).
Controleer de circuits voor motorbesturing als de
beweging slechts in één richting gaat.
Als er geen beweging is, controleer dan het
volgende:
Als de aandrijfmotor niet draait, controleer dan de
beveiliging van het motorcircuit, de
motorbedrading, de motorbesturing en de circuits
voor motorbesturing.
Als de overbrenging niet draait maar de motor wel,
vervang dan de overbrenging.
Controleer de poelies, riemen of andere
mechanische verbinding waarmee de overbrenging
is gekoppeld aan de pistooldrager.
Deze storing moet worden teruggesteld vanaf het
iControl−alarmscherm.
Controleer alle mechanische en elektrische
aansluitingen van de encoder.
Controleer of de encoder spanning krijgt.
Controleer de pulsuitgang van de encoder.
Vervang de encoder zo nodig.
Deze storing moet worden teruggesteld vanaf het
iControl−alarmscherm.
Controleer de statusweergave van de
motorsnelheidbesturing op aangegeven storingen.
De status kan alleen worden aangegeven als er
voedingsspanning is. De storingsconditie wordt
meestal teruggesteld door de besturing uit en weer
aan te zetten. Bepaal de waarschijnlijke oorzaak
op basis van de statusinformatie voor de besturing
in storing.
Verhelp het probleem dat de storing veroorzaakt of
vervang de besturing zo nodig.
Selecteer de modus Handmatig, beweeg de
reciprocator van de eindlimiet vandaan en
selecteer opnieuw de modus Automatisch.
Controleer de configuratie van de zachte boven−
en benedenlimieten. Controleer of deze inderdaad
geen verplaatsing naar de eindschakelaars
toestaan.
Pas voor de reciprocator de geconfigureerde
waarde voor omkeercompensatie aan
(Turn-Around Offset, alleen door Nordson CSR) om
zeker te zijn dat de eindschakelaars niet worden
geactiveerd.
Controleer de bedrading van de
reciprocator−encoder. Bij verwisseling van de
signaalbedrading zal de positieregistratie
omgekeerd zijn. Meestal alleen geconstateerd bij
de eerste inbedrijfname of na vervanging van
encoder.
Reciprocator−encoder is uitgevallen. Zie onder
Encoderstoring.
4-17
Vervolg...
P/N 7135464A02