2-6
Systeemoverzicht
Pistoolbesturingskaarten
Pistoolpompbesturing
Specificaties
Algemeen
Elektrische vereisten
Ingang
Signaalspanning (naar spuitpistool)
OPMERKING: Het iControl−systeem moet gekoppeld zijn aan het branddetectiesysteem, zodat de
spuitpistolen direct worden uitgeschakeld zodra binnen de spuitcabine brand wordt geconstateerd.
ANSI/ISA S82.02.01
Vervuilingsgraad
Installatie (overspanning)
Omgevingsinvloeden
Bedrijfstemperatuur
Luchtvochtigheid in bedrijf
Waardering gevaarlijke locaties
P/N 7135464A02
Elke pistoolbesturingskaart in het kaartenrek verzorgt de elektrostatische
besturing voor twee poederspuitpistolen. De kaarten leveren
0−21 Vdc−voeding naar de spanningsversterkers voor automatische
Prodigy−pistolen en verwerken de feedback vanaf de pistolen voor
weergave op de bedieningsinterface.
Handbediende Prodigy−spuitpistolen worden bestuurd door speciale
besturingen voor handbediende pistolen.
De iControl−console en de besturingen voor handbediende pistolen regelen
de werking van de Prodigy HDLV−poederpompen via het CAN−netwerk.
In de pompkast regelt één pompbesturingskaart de werking van twee
pompen.
Zie de handleidingen bij Prodigy HDLV−pompen en pomppanelen voor
bedradingsschema's, onderdeellijsten en overige informatie.
Ongeschakeld: (PC) 100−230 Vac, 50/60 Hz, 1 ∅, 120 VA
max.
Geschakeld: 100−230 Vac, 50/60 Hz, 1 ∅, 480VA max.
Transportbandkoppeling en externe blokkeerbeveiliging:
120/230 Vac, 50/60 Hz, 1 ∅, 6 mA
Contactwaarde alarmrelais: 120/230 Vac, 1 ∅, 6 A
0−21 Vdc, 0,60 A
2
Categorie II
32−104 _F (0−40 _C)
5−95%, niet-condenserend
Noord−Amerika: Class II Division 2, Groups F & G
Europese Unie: Ex II 3D
E 2006 Nordson Corporation