Inhoudsopgave
Advertenties
4-12
Problemen en oplossingen
Testen van ethernetkabels
Lokale test − Koppelingskabels
Externe test − trajectkabel
P/N 7135464A02
Testapparatuur voor ethernetkabels bestaat doorgaans uit twee
afzonderlijke eenheden: een hoofdeenheid en een externe eenheid.
Gebruik de hoofdeenheid voor het testen van koppelingskabels en beide
eenheden samen voor het testen van kabels nadat ze door de leiding zijn
getrokken en aangesloten op de afsluitmodules.
Koppelingskabels: Dit zijn korte netwerkkabels die binnen elektrische
panelen worden gebruikt voor het maken van aansluitingen tussen de
veldbusbesturingen of −koppelingen en elders in de installatie afgesloten
trajectkabels. Koppelingskabels worden op de fabriek in elkaar gezet met
RJ45−stekkerpennen aan beide uiteinden.
Trajectkabels: Dit zijn langere netwerkkabels die door leidingen lopen en
die veldbusbesturingen of −koppelingen verbinden aan een apparaat aan
de netwerkinterface. Alleen aan één uiteinde van de kabel zit een
RJ45−stekkerpen. Het andere uiteinde is elders in de installatie afgesloten
met een afsluitmodule.
Raadpleeg Installeren van ethernet−netwerk in het hoofdstuk Installatie voor
nadere informatie over ethernetkabels en hun installatie.
1. Sluit beide RJ45−stekkerpennen aan op de hoofdeenheid.
2. Schakel de eenheid aan. Een rode LED gaat knipperen om aan te
geven dat een test wordt uitgevoerd.
3. Let op de LED's voor kabeltest. Als deze allemaal groen zijn, is de
kabel in orde. Als een of meerdere LED's rood knipperen, is de kabel
defect en moet u deze vervangen.
1. Sluit het ene uiteinde van een al geteste koppelingskabel aan in de
afsluitmodule die aan de trajectkabel is verbonden. U beschikt aan de
trajectkabel zo over twee RJ45−stekkerpennen om aan te sluiten aan de
tester.
2. Sluit het andere uiteinde van de koppelingskabel aan op de externe
eenheid.
3. Steek de RJ45−stekkerpen aan het netwerkinterface−uiteinde van de
trajectkabel in de hoofdeenheid van de kabeltester.
4. Schakel de hoofdeenheid in.
5. Let op de kabelpaar−LED's op de externe eenheid.
S
Als alle LED's groen zijn, is de trajectkabel in orde.
S
Wanneer een of meerdere LED's rood knipperen, zijn de
aansluitingen van de afsluitmodule verkeerd of onvoltooid bedraad
of is de kabel zelf defect.
Controleer of de kabelaansluitingen aan de afsluitmodule correct zijn.
Controleer elke aansluiting. Als een aansluiting vermoedelijk slecht is, kunt
u de kabel loshalen uit de module en deze dichterbij de kabelmantel
opnieuw vastponsen.
Als de aansluitingen van de afsluitmodule in orde zijn, is de kabel zelf defect
en moet u deze vervangen.
E 2006 Nordson Corporation
Advertenties
Inhoudsopgave
