13
VERVOER EN OPSLAG
13.1
OPSLAG
13.1.1
LUCHTCILINDERS
• Voor langdurige opslag moeten de luchtcilinders worden gevuld en voorzien van veiligheidspluggen. Zorg
ervoor dat de nodige alarmmeldingen zijn geplaatst bij de deur van de opslagruimte in overeenstemming
met alle huidige en van toepassing zijnde regelgeving.
13.1.2
DRAAGSTEL OF BC
• Voor opslag moet het draagstel of BC worden gereinigd en gedroogd en vervolgens op een droge plaats
bewaard.
13.1.3
REDUCEEREENHEID EN VOLGELAATSMASKER OF MONDSTUK MET DE
ADEMAUTOMAAT
• Alle onderdelen van rubber moeten worden bewaard in een afgesloten plastic zak op een droge plaats waar
ze worden beschermd tegen direct zonlicht en externe temperaturen.
Tijdens transport en opslag moet de apparatuur worden opgeslagen zodat de apparatuur niet beschadigd
kan worden en mensen geen letsel oplopen. Cilinderpakketten moet worden vervoerd met de vastgemaakte
veiligheidspluggen en, indien mogelijk, in verpakkingsdozen.
De apparatuur mag niet worden opgeslagen op plaatsen waar de temperatuur hoger kan worden dan 70º C.
De apparatuur moet volledig droog zijn voordat ze in opslag wordt geplaatst.
Voordat de cilinderpakketten worden vervoerd, moet voldaan zijn aan de van toepassing zijnde transport-
regelgeving.
De luchtcilinders moeten worden geleegd voor bepaalde soorten vervoer. Gebruik Interspiro afvoerplug 460
190 770 die een restdruk van ongeveer 2 bar (30 psi) in de cilinder levert. Tijdens een langdurige opslag
moet de opslagruimte donker, droog en koud zijn met minimale temperatuurschommelingen. Dit is omdat
het materiaal gevoelig is voor UV-straling en ozon.
Belangrijk: Wanneer lucht wordt vrijgelaten uit een cilinderpakket, moet een afvoerplug worden gebruikt.
Ongecontroleerde lediging van lucht kan leiden tot ophoping van vocht in de cilinders.
62