4.3
BC OF DRAAGSTEL VASTZETTEN
1. Lijn de rail van de snelkoppeling uit met de gaten
op de BC of het draagstel met de snelkoppelings-
pinnen op het cilinderpakket.
2. Bevestig de BC of het draagstel in het cilinderpak-
ket door de rail met gaten op zijn plaats te zetten
tegen de pinnen van de snelkoppeling totdat deze
vergrendelt. Controleer of de snelkoppeling is ver-
grendeld door de BC of het draagstel te trekken.
4.4
BC-SLANG VASTZETTEN
1. Plaats de BC inflatorslang tussen de achterkant
van de BC-eenheid en het cilinderpakket. Laat
de BC inflatorslang door de binnenkant van de
inflatoraansluiting van de BC gaan.
2. Leid de BCW inflatorslang door het oog van de
klittenband. (Als de BC is voorzien reflectoren,
moet de slang onder de reflector worden ge-
plaatst.)
3. Sluit de BC inflatorslang aan op de BC verbinding.
25