VEILIGHEIDSVERKLARING ............6 WAARSCHUWINGSINDICATIES .................. 6 VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE EIGENAAR EN DE GEBRUIKER ........ 6 TECHNISCHE BESCHRIJVING ..........8 TOEPASSINGSGEBIED ....................8 DIVATOR MKIII SYSTEEMDIAGRAM ................9 DIVATOR MKIII SYSTEEM..................10 3.4 CILINDERPAKKET ..................... 11 MKIII REDUCEEREENHEID ..................12 3.6 ADEMAUTOMAAT ....................15 VOLGELAATSMASKER EN ADEMAUTOMAAT ..............18...
Pagina 4
VULLEN ................42 INTERSPIRO COMPOSIETCILINDERS VULLEN ............42 8.2 VULADAPTER ......................42 CHECKLIST ................44 VOOR HET DUIKEN ....................44 9.2 TIJDENS HET DUIKEN ....................44 NA HET DUIKEN ..................... 44 10 MAATREGELEN IN HET GEVAL VAN EEN NOODSITUATIE ..............45 10.1 AFVOEREN VAN WATER UIT VOLGELAATSMASKER TIJDENS EEN DUIK ......45 10.2 OCTOPUS-MAATREGELEN ..................45...
11, punt B, van Richtlijn 89 / 686 / EEG onder toezicht van de aangemelde instantie SGS United Kingdom Ltd., Weston-super-Mare, BS22 6WA, VK (Aangemelde instantie nr. 0120). Divator MKIII is goedgekeurd voor een bereik van 0–50 meter (0-164 voet) diepte en voor koudwater- temperaturen tot 4±2°C (39,2 ± 3,6° F) volgens EN 250.
VEILIGHEIDSVERKLARING WAARSCHUWING! VOORDAT U DE DIVATOR MKIII VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT, MOET DE GEBRUIKER ZIJN OPGELEID IN HET GEBRUIK ERVAN, DEZE HANDLEIDING LEZEN EN EEN VAARDIGHEIDSTEST AFNEMEN IN HET BIJZIJN VAN EEN VERANTWOORDELIJKE TRAINER OF DUIKPLOEGLEIDER. ALS DIT NIET GEBEURT, KAN DE GEBRUIKER TE MAKEN KRIJGEN MET PERSOONLIJK LETSEL OF ZELFS OVERLIJDEN, WAT TEVENS ERNSTIGE GEVOLGEN KAN HEBBEN VOOR MENSEN EN EIGENDOMMEN DIE MOETEN WORDEN GERED.
Pagina 7
WAARSCHUWING! Als SCUBA wordt geconfigureerd en gebruikt door meer dan één duiker op hetzelfde moment, zullen de koud water- en ademhalingsprestaties mogelijk niet voldoen aan de eisen van EN 250. Opmerking: Divator MKIII is getest met twee gelijktijdige duikers en heeft voldaan aan de prestatie-eisen van koud water volgens NL 250:2000.
TECHNISCHE BESCHRIJVING TOEPASSINGSGEBIED • Het Interspiro Divator-systeem omvat de Divator MKIII SCUBA (ademluchttoestel) duikapparatuur en het Divator DP1 toevoerslangsysteem. Deze gebruikershandleiding is van toepassing op de volgende onderdelen van de Divator MKIII duikap- paratuur: - Divator volgelaatsmasker. - Divator MKIII reduceereenheid.
De Divator Lite-cilinders zijn composietflessen met kunststof inzetstukken die worden gewikkeld met koolstofvezels en glasvezel. Divator MKIII kan ook uitgerust worden met 4 of 6 liter stalen cilinderpakketten. Het cilinderpakket bestaat uit twee cilinders die zijn gemonteerd met twee roestvrijstalen spanbanden. De cilinders hebben een gemeenschappelijke afsluiter die is gemonteerd op een van de cilinders;...
MKIII REDUCEEREENHEID 1 Externe koppeling voor toevoerslang voor duiken met DP1. 2 Manometer 3 Hendel reserve (CDR) 4 Primaire ademhalingsslang (twee delen) 5 Secundaire ademhalingsslang (octopus), met octopus ademautomaat 6 Slang droogpak (optioneel) 7 BC-slang (optioneel) 8 Klem voor secundaire ademautomaat 9 Houder (één of twee, afhankelijk van het model) 10 Reduceerblok met antivrieskappen •...
Pagina 13
3.5.1 WERKINGSPRINCIPE • De drukreduceer is een drukgebalanceerde, met zuigers uitgeruste tegenstroomreduceer. Het resultaat van de balancering is een stevig verlaagde druk (middendruk) die niet wordt beïnvloed door drukschommelingen in de luchttoevoer (hoge druk). De reduceer wordt geopend bij een overeenstemmende gasdruk. Dit principe heet tegenstroomregulering. Hierdoor kan de reduceer de druk van de maximale stroomsnelheid regelen tot een minimale toevoerdruk van ongeveer 15 bar (218 psi).
3.5.4 REDUNDANT ADEMHALINGSSYSTEEM • De reduceereenheid bestaat uit twee drukreduceers. De primaire reduceer voorziet de primaire ademautomaat van middendruklucht en de secundaire reduceer voorziet de octopus-ademautomaat van middendruklucht. De primaire reduceer krijgt lucht via de hendel van de reserve, terwijl de secundaire reduceer altijd rechtstreeks van lucht wordt voorzien vanuit de cilinders.
3.5.5 MANOMETER • De druk in het cilinderpakket kan worden afgelezen van de manometer. De manometer is verbonden met de verbindingsbuis van de reduceereenheid via een hogedrukslang. De luchtdruk treft een buisveer in de manometer, en als gevolg ook de indicator. De veiligheidsafsluiter (achter de rubberen afscherming) op de achterkant van de manometer gaat open wanneer de druk in het manometerhuis te hoog is.
Pagina 16
5 O-ring (niet gebruikt met bijtstuk) 10 Borgmoer • Interspiro advieseert het gebruik van een Divator-ademautomaat met overdruk aan voor duiken in verontreinigd water. Een Divator ademautomaat is ontworpen om een overdruk van ongeveer 35 mm (1,5 inch) waterkolom in een volgelaatsmasker in atmosferische lucht aan te houden.
Pagina 17
3.6.2 PRIMAIRE ADEMAUTOMAAT ZONDER OVERDRUK. • De Divator ademautomaat zonder overdruk heeft geen extra overdruk in het volgelaatsmasker bij atmosferische druk, maar is ideaal bij duikcondities omdat het nog steeds een zwakke overdruk levert. Anders is de functionaliteit identiek aan die van de Divator-ademautomaat met overdruk. Een rubberen afdichtingsplug vervangt de overdrukhendel en er zijn ook een aantal andere inwendige componenten.
Volgens de reglementen moeten de ademautomaat en volgelaatsmaskers regelmatig worden gereinigd en ontsmet. Bovendien moeten ademautomaatpen en gelaatsmaskers die door meerdere personen worden gebruikt, na elk gebruik moeten worden gereinigd en ontsmet. Interspiro beveelt persoonlijke ademautomaatpen en persoonlijke gelaatsmaskers aan als de meest hygiënische oplossing.
Bevestiging Quick release ACHTERKANT Interspiro Divator BCW is een trimvest dat een hoge kwaliteit, een duurzaam ontwerp, gewichtsintegratie en drijfvermogen combineert. Deze wordt op de rug van de duiker aangebracht. Het modulaire ontwerp de Divator BCW maakt het schakelen tussen duiken met droogpak en natpak mogelijk.
DIVATOR RESCUE BC Dumpkleppen Gewichtszakken Power Inflator VOORKANT Gewichtszakken Reddingslucht- opblaascilinder Dumpklep ACHTERKANT De Divator Rescue BC luchtkamer wordt opgeblazen en ontdaan van lucht tijdens het duiken met behulp van de power inflator. De luchtkamer heeft drie dumpkleppen. Eén op de rechter rugzijde (of linker), en één op elke schouder.
3.10 DIVATOR DRAAGSTEL. Het Divator draagstel wordt gebruikt in plaats van de Divator BCW of de Divator Rescue BC bij het duiken met een aan de voorzijde gemonteerd trimvest of met een droogpak en als er geen noodzaak voor extra drijf- vermogen is.
3.11 DIVATOR DP1 TOEVOERSLANGSYSTEEM • Extra informatie over het Divator DP1 toevoerslangsysteem is beschikbaar in de gebruikershandleiding van het Divator DP1 toevoerslangsysteem.
VOORBEREIDINGEN VOOR GEBRUIK VOORZICHTIG! Het is van groot belang dat de maatregelen die zijn beschreven in het gedeelte "12.3 Controle en inspectie" worden uitgevoerd voordat de apparatuur wordt gereedgemaakt voor gebruik. ANTIVRIESKAPPEN De duiker moet een visuele inspectie uitvoeren van de antivrieseenheid voordat hij gaat duiken. De inspectie moet ervoor zorgen dat de antivriesafscheming op de juiste positie is gemonteerd, dat de schroeven zijn vastgedraaid en dat de antivrieskappen correct zijn gemonteerd en niet zijn geknikt.
WAARSCHUWING! WAARSCHUWING! De antivrieskap mag alleen worden gedemonteerd als er reden is om te vermoeden dat de functionaliteit of het monteren van de antivrieseenheid onjuist is. Raadpleeg in dat geval sectie 12.3.5. Het is ook heel belangrijk om ervoor te zorgen dat de antivrieseenheid tijdens de demontage en de montage niet aan water of vuil wordt blootgesteld.
BC OF DRAAGSTEL VASTZETTEN 1. Lijn de rail van de snelkoppeling uit met de gaten op de BC of het draagstel met de snelkoppelings- pinnen op het cilinderpakket. 2. Bevestig de BC of het draagstel in het cilinderpak- ket door de rail met gaten op zijn plaats te zetten tegen de pinnen van de snelkoppeling totdat deze vergrendelt.
DE ADEMHALINGSSLANG IN DE BC VASTZETTEN 1. Plaats de ademhalingsslang tussen de achterkant van de BC-eenheid en het cilinderpakket. 2. Plaats de slang omhoog over de rechterschouder- riem op de BC en bevestig het klittenband over de ademhalingsslang. (Als de BC is voorzien reflectoren, moet de slang onder de reflector worden geplaatst.) 3.
DE OCTOPUS-ADEMAUTOMAAT IN DE SLANG VASTZETTEN 1. Voer een visuele inspectie van de octopus uit om te zorgen dat deze niet beschadigd is. Zet de borgmoer en de borgring op de octopus-ademautomaat vast zoals beschreven in sectie 4.7 "Aansluiten van het volgelaatsmasker". 2.
HET VOLGELAATSMASKER AANSLUITEN 1. Voer een visuele inspectie uit van alle plastic, rubberen en metalen onderdelen en zorg ervoor dat er geen beschadigingen zijn. Zorg ervoor dat de rubberen onderdelen geen tekenen van slijtage of barsten vertonen. 2. Zorg ervoor dat de terugslagkleppen in het bin- nenmasker vlak liggen en vast zitten.
Pagina 29
7. Monteer de afscherming om de positie van de ademautomaat vast te zetten en draai de schroeven met de hand vast. Draai de schroeven niet te vast omdat hierdoor de draadinzet kan worden uitge- trokken waardoor het masker beschadigt. Zorg ervoor dat de O-ring op zijn plaats zit en onbeschadigd is.
CILINDERGEWICHT 1. Controleer of de gewichtsschroeven zijn aangedraaid. 2. Als de onderliggende gewichten worden ingewisseld voor een ander gewichtencombinatie, moet een 8 mm inbussleutel worden gebruikt. VOORZICHTIG! Als een van de onderliggende koperen gewichten wordt verwijderd om het totale gewicht te verminderen, moet elk van deze gewichten worden omgewisseld voor plastic vervangende gewichten om de gewichtssterkte en de functionaliteit te behouden.
VOORBEREIDINGEN VOOR HET DUIKEN LEKKAGE- EN FUNCTIETEST 5.1.1 LEKKAGE- EN FUNCTIETEST VOOR MKIII REGULATOR Snelle controle van de reserveklep 1. Sluit de hendel van de reserveklep (positie C) door deze zo ver mogelijk in te drukken. 2. Open de cilinderklep. Controleer of de druk >...
VOORZICHTIG! Wanneer lekkage wordt gehoord of waargenomen, moet de BC uit bedrijf worden genomen en gerepareerd door een Interspiro-gecertificeerde servicemonteur. 5. Sluit de cilinderafsluiter als de Divator duikapparatuur niet meteen wordt gebruikt. Extra informatie is beschikbaar in de gebruikershandleiding van de Divator BCW of de gebruikershandlei- ding van de Divator Rescue BC.
HET VOLGELAATSMASKER OPZETTEN 1. Zet de Divator duikapparatuur onder druk volgens de beschrijving in sectie 5.1 "Lekkage- en functietest". Als het frisseluchtluik van de Divator wordt gebruikt, moet het worden geopend. 2. Trek de rubberen bandjes op het rubberen apparaat zo ver mogelijk uit door de metalen gespen vast te pakken en de bandjes uit te trekken.
Pagina 34
Opmerking: Zet alleen het bovenste bandje op het voorhoofd vast om te voorkomen dat ze loskomen. In- dien de bovenste band en de bovenste rubberen bandjes te strak worden aangetrokken, zal het masker stevig tegen de kin van de duiker drukken wat resulteert in vermoeidheid van de kin met bijbehorende hoofd- en/ of kaakpijn.
10. Controleer de manometer om te zien of er vol- doende druk is voor de duik. POSITIE HENDEL RESERVE CONTROLEREN 5.4.1 DUIKEN MET DIVATOR DUIKAPPARATUUR. Controleer of de hendel van de reservein de duikpositie (D) staat, of beweeg de hendel naar stand D wanneer de Divator duikapparatuur onder druk staat.
GEWICHTEN AANHANGEN Wanneer de Divator duikapparatuur klaar is voor gebruik, zal de assistent van de duiker het gewicht op de gewichts- beugel installeren voor het Divator Lite cilinderpakket en dit wordt vastgezet met de veerpin met het open uiteinde omlaag gericht. Opmerking: Wanneer de veerpin is ingebracht om het gewicht te vast te zetten, moet de pin een kwartslag worden gedraaid rond zijn eigen om deze vast te zetten.
DUIKEN CONTROLES TIJDENS EEN DUIK • Lees regelmatig de waarde op de manometer. • Zorg ervoor dat andere apparatuur het gebruik van of toegang tot noodzakelijke regelapparatuur en com- ponenten niet blokkeert. • Controleer op lekkages. Belangrijk: De duik moet worden beëindigd wanneer de duiker de reserveklep activeert. De duik moet worden gepland met het doel de reservelucht niet te gebruiken.
Pagina 38
6.2.2 ADEMAUTOMAAT Alle ademautomaat van Interspiro leveren lucht tijdens het inademen. Zodra de duiker inademt, stroomt de lucht van de ademhalingsslang door de ademautomaat naar de longen van de duiker. De uitzetting van de toegevoerde lucht resulteert in het afkoelen van de lucht nabij de inlaatklep tot ongeveer -10° C (14°F) bij een watertemperatuur van 0°C (32°...
6.2.5 ROUTINES TIJDENS HERHAALD DUIKEN IN IJSKOUD WATER EN/OF BIJ LAGE LUCHTTEMPERATUUR 1. Bereid de volgende duikgelegenheid voor door het water uit het volgelaatsmasker en de ademautomaat te schudden. Demonteer de onderdelen van de apparatuur zo snel mogelijk om te voorkomen dat ze tegen elkaar vast vriezen.
NA HET DUIKEN DIVATOR VERWIJDEREN 1. De assistent moet de veerpin losmaken en het gewicht weghalen, bij voorkeur terwijl de duiker nog in het water is. 2. Maak de rubberen band van het volgelaatsmasker los. Als de primaire ademautomaat met veiligheidsdruk wordt gebruikt, is het belangrijk dat de veiligheidsdruk wordt gesloten door de knop van de ademautomaat in te drukken in de richting van de behuizing.
Pagina 41
9. Als het apparaat defect is of beschadigd is, moet het worden gerepareerd of teruggestuurd naar een door Interspiro goedgekeurde onderhoudswinkel. Onderdelen die de gebruiker zelf kan repareren, worden beschreven in de reparatiesectie in deze gebruikershandleiding.
De volgende maatregelen moeten worden uitgevoerd bij het vullen van Divator Lite-cilinders met een eerste druk van minder dan 30 bar (435 psi). • De vulsnelheid mag niet hoger zijn dan 30 bar (435 psi) per minuut. Het gebruik van een Interspiro vuladapter wordt aanbevolen. •...
Pagina 43
DE VULADAPTER GEBRUIKEN 1. Koppel de drukreduceer los of haal de plug uit de cilinderklep en sluit de vuladapter aan op de cilinderklep. Draai de knop op de adapter met de hand vast om lekkage te voorkomen. 2. Sluit de vulslang aan op de vul adapter en draai de koppeling met de hand aan om lekkage te voorkomen.
CHECKLIST VOOR HET DUIKEN • Reinig de cilinderafsluiter. Zie 4.1 • Controleer de antivrieseenheid. Zie 4.1 • Installeer de reduceereenheid. Zie 4.2 • Monteer de BC of het draagstel. Zie 4.3 - 4.5 • Monteer het volgelaatsmasker en octopus. Zie 4.6 - 4.7 •...
NOODSITUATIE De volgende maatregelen dienen als voorbeeld van hoe de apparatuur kan worden behandeld in het geval van een noodsituatie. Organisaties die duiktrainingen geven met Interspiro-apparatuur, zijn verantwoordelijk voor het ontwikkelen van adequate routines en maatregelen voor noodsituatietrainingen met Interspiro-apparatuur.
10.3 VRIJE DOORSTROMING IN DE ADEMAUTOMAAT VAN HET VOLGELAATSMASKER Bij vrije luchtstroom in het volgelaatsmasker worden de volgende maatregelen aanbevolen: 1. Blijf ademen. 2. Breek de duik af en begin met de opstijging naar de oppervlakte. 3. Als er een drukval is, raadpleegt u sectie 10.5 "Drukval". In ieder geval moet de duik worden afgelast.
10.6 AFTAPPEN ADEMAUTOMAAT MET MONDSTUK 1. Pak de ademautomaat en doe het in uw mond. 2a. Tap de ademautomaat af door uit te ademen en tegelijk uw hoofd te draaien zodat het uitademingsseg- ment van de ademautomaat op de laagste stand is. 2b.
ONDERHOUDS- EN TESTSCHEMA Onderhoudsbeurten en tests moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met het onderhouds- en test- schema 30500. Ga naar www.interspiro.com voor de laatste herziening.
ONDERHOUD 12.1 REINIGING 12.1.1 NA ELKE DUIK 1. Als de apparatuur erg vuil is of moet worden ontsmet: zie sectie 12.2 "Maandelijkse reiniging". 2. Zet de Divator-duikapparatuur onder druk door de cilinderaflsuiter te openen. 4. Spoel het gezichtsmasker en de ademautomaat zorgvuldig af in schoon water. Verwijder water en vuil door de ontluchtingsknop in te drukken en lucht door de klep te blazen.
12.2 MAANDELIJKSE REINIGING 1. Monteer het luchtcilinderpakket, de reduceereenheid en het volgelaatsmasker/de ademautomaat. 2. Open het cilinderpakket en controleer de druk op de manometer vóór de reiniging begint. Om te voorkomen dat er water in de reduceereenheid komt en om lekkage op te sporen, moet er altijd druk in het cilinderpakket zijn.
Pagina 51
Desinfecteren van het volgelaatsmasker/de ademautomaat Het volgelaatsmasker/de ademautomaat moet tijdens de maandelijkse reiniging worden gedesinfecteerd of wanneer de noodzaak zich voordoet. Interspiro raadt aan dat volgelaatsmaskers en ademautomaatpen die door meerdere personen worden gebruikt, na elk gebruik worden gereinigd en ontsmet.
Pagina 52
Demontage 1. Reinig het volgelaatsmasker/de ademautomaat in overeenstemming met de instructies voor maandelijkse reiniging. 2. Verwijder de ademautomaat als het volgelaatsmasker wordt gebruikt. Als een mondstuk wordt gebruikt, verwijder het mondstukgedeelte. 3. Haal de uitademingseenheid van de ademhalings- automaat. Houd de uitademingsgedeelte en de behuizing vast en maak de borgring los.
Pagina 53
4. Wanneer de uitademingsgedeelte is verwijderd, drukt u op de schroefdraad om het membraanhuis van de uitademingsgedeelte te halen. Plaats uw hand over de membraaneenheid om te voorkomen dat deze losraakt. 5. Reinig de veer, de afscherming, het membraanhuis en het mondstuk in water. Trek voorzichtig aan het membraanhuis waardoor dit wordt uitgerekt en het vuil op het oppervlak kan worden verwij- derd.
Montage 1. Vervang de afdichtende schijf in het membraanhuis en plaats dan de schijf met de veer in de afscherming en druk het membraanhuis samen. Controleer of de veer in de uitsparing voor de afdichtende schijf past. 2. Zet de inademingseenheid in de ademautomaat en schroef de klepbehuizing met de borgring aan elkaar.
– Geen onderdelen vertonen tekenen van slijtage of beschadiging. 3. Voer een functietest uit; zie sectie 5.1 "Lekkage- en functietest". Als de apparatuur defect is of beschadigd is, moet deze worden gerepareerd of teruggestuurd naar een door Interspiro goedgekeurde onderhoudsmonteur. 12.3.2 CONTROLEER DE BEWEGING VAN DE MANOMETERINDICATOR.
Als een fout van dit type wordt vermoed, moet de reduceereenheid worden gerepareerd door een servicemonteur die door Interspiro is goedgekeurd. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de antivrieskappen intern vrij van water zijn. Als deze water be- vatten, moet de eenheid worden gecontroleerd en, indien nodig, onderhouden door een servicemonteur die door Interspiro is goedgekeurd.
HET VIZIER CONTROLEREN Inspecteer het vizier van het volgelaatsmasker en zoek naar scheuren in het plastic. Als er scheuren in het vizier zijn, moet het vizier worden vervangen door een servicemonteur die goedgekeurd is door Interspiro. 12.3.7 RUBBER EN KUNSTSTOF ONDERDELEN CONTROLEREN Inspecteer de rubberen onderdelen van het volgelaatsmasker door ze uit te rekken en te buigen.
De cilinderafsluiter mag niet worden gedraaid ten opzichte van het het snijpunt tussen de twee helften van de hendel. Als de hoek van de cilinderafsluiter onjuist is, moet het cilinderpakket worden teruggegeven aan een servicemonteur die door Interspiro is goedgekeurd. 12.3.9...
12.4.1 ALGEMEEN In deze sectie worden de reparaties beschreven die gebruikers zelf kunnen uitvoeren. Andere reparaties dan die hier worden beschreven, moeten worden uitgevoerd door een servicemonteur die goedgekeurd is door Interspiro. 12.4.2 REDUCEEREENHEID De O-ring vervangen voor de hogedrukverbinding Deze O-ring wordt in de aansluitnippel geplaatst op de hogedrukverbinding van de reduceereenheid.
Pagina 60
12.4.3 DRAAGSTEL Een riemgesp vervangen Er zijn twee riemgespen - een aan de linkerkant en een aan de rechterkant. Wanneer een heupriem juist is gepositioneerd, zullen de uiteinden van de riem zich aan de buitenkant van de heupriem bevinden om het vastmaken te vergemakkelijken.
Pagina 61
12.4.5 VOLGELAATSMASKER Een bandapparaat vervangen Begin met de bovenste band van het bandapparaat. Voer de band door de gesp van binnen in het volgelaatsmasker. Het IS-logo in het midden van het bandenapparaat moet installatie zichtbaar zijn. Rijg de hoofdband door het onderste deel van de gesp onder de roller en dan terug over de roller en door de bovenkant van de gesp.
Voordat de cilinderpakketten worden vervoerd, moet voldaan zijn aan de van toepassing zijnde transport- regelgeving. De luchtcilinders moeten worden geleegd voor bepaalde soorten vervoer. Gebruik Interspiro afvoerplug 460 190 770 die een restdruk van ongeveer 2 bar (30 psi) in de cilinder levert. Tijdens een langdurige opslag moet de opslagruimte donker, droog en koud zijn met minimale temperatuurschommelingen.
Pagina 64
Interspiro AB P.O. Box 2853, 187 28 Täby, Sweden | Phone: +46 8 636 51 00 | info@interspiro.com | www.interspiro.com...