Inhoudsopgave
Advertenties
3.5.4 REDUNDANT ADEMHALINGSSYSTEEM
• De reduceereenheid bestaat uit twee drukreduceers. De primaire reduceer voorziet de primaire ademautomaat
van middendruklucht en de secundaire reduceer voorziet de octopus-ademautomaat van middendruklucht.
De primaire reduceer krijgt lucht via de hendel van de reserve, terwijl de secundaire reduceer altijd rechtstreeks
van lucht wordt voorzien vanuit de cilinders. Zo heeft het systeem een back-upsysteem. De duiker kan altijd
op drie verschillende manieren lucht verkrijgen:
· Als de oppervlakteluchttoevoer van het DP1 toevoerslangsysteem wordt onderbroken: trek de hendel van
de reserve uit om over te schakelen naar de luchttoevoer uit het cilinderpakket.
· Als slechts een beperkte cilinderinhoud (volume) overblijft: trek de hendel van de reserve uit om over te
schakelen naar de luchtvolumereserve .
· Als de primaire ademautomaat niet werkt: – druk de hendel van de reserve in naar de gesloten positie
en gebruik de octopus-ademautomaat. Als alternatief kan, indien mogelijk, aan de CDR-hendel worden
getrokken. Haal adem en sluit de CDR-hendel. Herhaal dit tijdens het stijgen naar de oppervlakte. Als dit
niet werkt, ga dan definitief over naar de octopus-ademautomaat!
Oppervlakteluchttoevoer werkt niet
Als de luchttoevoer van het DP1 toevoerslangsysteem wordt onderbroken, zal de duiker een onvoldoende
hoeveelheid lucht of helemaal geen lucht krijgen. In noodsituaties kan de duiker gewoon aan de hendel van
de reserve trekken om de luchttoevoer van het cilinderpakket te activeren.
Waarschuwing luchttoevoer
Indien de cilinderdruk daalt tot ongeveer 65 bar (943 psi), zal de waarschuwing luchttoevoer worden
geactiveerd. Dit resulteert in een vermindering van de luchtstroom vanuit de primaire ademautomaat, wat
de duiker waarneemt als ademweerstand.
In dit geval moet de duiker de hendel van de reserve uittrekken naar de reservepositie (R) om het
reserveluchtvolume uit het cilinderpakket te benutten.
Storing in de primaire ademautomaat
Als de primaire ademautomaat niet werkt (bijvoorbeeld als gevolg van bevriezing) resulterend in onvoldoende
lucht of geen lucht, moet de duiker de hendel van de reservelucht indrukken (om de luchtstroom te sluiten) en
overschakelen naar de octopus-ademautomaat. Controleer altijd de druk op de manometer na het veranderen
van de luchttoevoer. Begin uw opstijging naar de oppervlakte.
Normal diving (primary regulator use)
Autonomous diving -> Reserve valve handle in position D
Hose diving with DP1 -> Reserve valve handle in position C
Fault case A
No air
(incl. respiratory resistance as a
consequence of a warning)
Action A
Pull handle for air
Pull reserve valve handle (this
changes automatically to position R
if the cylinder pressure is lower than
100 bar (1450 psi) or D if the cylinder
pressure exceeds 100 bar/1450 psi)
Fault case B
Free airflow
(incl. all free flow faults in
the primary regulator)
Action B
Press handle for
cut-off airflow
Press reserve valve handle for position C
(cuts off the free airflow). Change to
reserve regulator use (octopus), or open
and close the reserve valve handle at
each breath.
14
Advertenties
Inhoudsopgave
