Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Neutrale Zone - dixell XC1008D Handleiding

Electronische stappenregelaar voor centrales
Inhoudsopgave

Advertenties

F
2Q17
Analog output 2 decreasing time when a load is switched off : Daaltijd analoge uitgang 2 tijdens het
uitschakelen van een uitgang : (0 ÷ 255sec) Tijd voor het dalen van 100% tot 2Q7.
2Q18
Regulation band – Regelband (0.10÷25.00bar; 0.0÷25.0° C; 1÷250 PSI; 1÷250° F;10÷2 500 KPA). Dit is de
band voor proportionele regeling. Deze band vervangt CP5 voor de frequentie gestuurde compressor. De
proportionele regeling start als de temp/druk hoger is dan het setpunt, en bereikt 100% als de temp/druk
gelijk of hoger is dan set + 2Q18.
2Q19
Integral time – Integratietijd (0÷999s; bij 0 zal de integratie niet plaats vinden). Hier wordt de invloed van
de proportionele actie ingesteld. Hoe hoger 2Q19, hoe kleiner de integratieactie.
2Q20
Band offset (-12.0÷12.0° C -12.00 ÷ 12.00BAR, -120÷120° F, -120÷ 120PSI; -1200÷1200KPA). Gebruikt
om de regelband rond het setpunt te plaatsen.
2Q22
Integral action limitation – Beperking integratiewerking (0.0÷99.0 ° C; 0÷180° F; 0.00÷50,00bar;
0÷725PSI; 0÷5000kPA) De integratiewerking stopt bij het bereiken van SET + 2Q22.
2Q23
Minimum frequency capacity with poor lubrication – Minimum frequentie voor slechte
oliehuishouding (0÷99%; bij 0 is deze functie uitgeschakeld) Als de frequentie gedurende 2Q24 tijd gelijk
of lager is dan 2Q23 (uitgedrukt in %) zal de freq regelaar op 100% werken gedurende 2Q25 tijd.
2Q24
Inverter at 2Q23 of lower frequency duration – Tijd waarbij Invertor op 2Q23 of lagere frequentie
werkt (1÷255min).
2Q25
Time of Inverter al 100% to restore the right lubrication – Tijd waarbij Invertor op 100% werkt
(1÷255min).
6.1.20 Analog Output 3 (Analoge uitgang3 3Q2-3Q26)
3Q2
Analog output 3 function : Functie analoge uitgang : (klem 31-32)
FREE = pure analoge uitgang
CPR = uitgang voor freq regelaar compressor – circuit 1
CPR2 = uitgang voor freq regelaar compressor – circuit 2
FAN = uitgang voor freq regelaar fan– circuit 1 (andere fans on/off)
FAN2 = uitgang voor freq regelaar fan – circuit 2 (andere fans on/off)
INVF1 = uitgang voor freq regelaar fan– circuit 1 (Er zijn geen fans on/off)
INVF2 = uitgang voor freq regelaar fan– circuit 2 (Er zijn geen fans on/off)
nu = niet gebruikt
3Q3
Reference probe for analogue output 3 : Referentiesonde voor analoge uitgang 3 : (enkel gebruikt
als 3Q2 = 0) : Pbc3= HD sonde circuit 1 (klem 65-66 of 65 -68); Pbc4 = HD sonde circuit 2 (klem 66-67 of
67 -68).
3Q4
Adjustment of read out for the analog output 3 at 4mA/0V : Instelling uitlezing bij 4mA/0V voor
uitgang 3 : (-1÷51 bar; -15÷750PSI; -50÷150° C; -58÷302° F). Enke l gebruikt als 3Q2 = 0.
3Q5
Adjustment of read out for the analog output 3 at 20mA/10V : Instelling uitlezing bij 20mA/10V voor
uitgang 3 : (-1÷51 bar; -15÷750PSI; -50÷150° C; -58÷302° F). Enke l gebruikt als 3Q2 = 0.
3Q6
Minimum value for analogue output 3 : Min. waarde voor analoge uitgang 3 : (0 ÷ 100%).
3Q7
Analog output 3 value after load start : Waarde analoge uitgang 3 na het starten van een
compressor : (3Q6 ÷ 100 %).
3Q8
Analog output 3 value after load is switched off : Waarde analoge uitgang 3 na het uitschakelen van
een compressor : (3Q6 ÷ 100 %).
3Q9
Exclusion band start value for analog output 3 : Startwaarde om regeling uit te sluiten voor analoge
uitgang 3 : (3Q7 ÷ 100 %): Hierdoor is het mogelijk om een zone (frequentie) uit te sluiten om resonantie
te voorkomen.
3Q10
Exclusion band end value for analog output 3 : Eindwaarde om regeling uit te sluiten (3Q9 ÷ 100 %)
3Q11
Safety value for analog output 3 : Veiligheidswaarde analoge uitgang : (0 ÷ 100 %): Wordt enkel
gebruikt in geval van een defecte sonde.
3Q12
Analog output 3 delay after pressure has exited from Neutral Zone : Vertraging analoge uitgang 3
na het verlaten van de neutrale zone : (0 ÷ 255sec): Tijd tussen het verlaten van de neutrale zone en het
aktiveren van de freq.regelaar.
3Q13
Analog output 3 rise time : Stijgtijd analoge uitgang : (0 ÷ 255 sec). Tijd nodig om de analoge uitgang
te laten oplopen van 3Q6 tot 100%.
3Q14
Analog output 3 permanency before load activation : Permanentietijd voor analoge uitgang 3
voordat een andere uitgang gewijzigd wordt : (0 ÷ 255 sec): De analoge uitgang blijft gedurende deze
tijd op 100% voordat een andere uitgang aangestuurd wordt.
3Q15
Delay between pressure (temperature) goes down the neutral zone and start of analog output 3
decreasing : Tijd tussen druk onder neutrale zone en het dalen van analoge uitgang 3 : (0÷255sec).
XC1015D_V15.doc
Handleiding
3Q16
Analog output 3 decreasing time : Daaltijd analoge uitgang 3 : (0 ÷ 255sec) Tijd nodig om de analoge
uitgang te laten dalen van 100% tot 3Q6.
3Q17
Analog output 3 permanency at 3Q6 before a load is switched off : Tijd waarbij de waarde 3Q6 nog
aangehouden wordt voordat een uitgang uitgeschakelt wordt : (0 ÷ 255sec).
3Q18
Analog output 3 decreasing time when a load is switched off : Daaltijd analoge uitgang 3 tijdens het
uitschakelen van een uitgang : (0 ÷ 255sec) Tijd voor het dalen van 100% tot 3Q8.
3Q19
Regulation band – Regelband (0.10÷25.00bar; 0.0÷25.0° C; 1÷250 PSI; 1÷250° F;10÷2 500 KPA). Dit is de
band voor proportionele regeling. Deze band vervangt F1 voor de frequentie gestuurde compressor. De
proportionele regeling start als de temp/druk hoger is dan het setpunt, en bereikt 100% als de temp/druk
gelijk of hoger is dan set + 3Q19.
3Q20
Integral time – Integratietijd (0÷999s; bij 0 zal de integratie niet plaats vinden). Hier wordt de invloed van
de proportionele actie ingesteld. Hoe hoger 3Q20, hoe kleiner de integratieactie.
3Q21
Band offset (-12.0÷12.0° C -12.00 ÷ 12.00BAR, -120÷120° F, -120÷ 120PSI; -1200÷1200KPA). Gebruikt
om de regelband rond het setpunt te plaatsen.
3Q22
Integral action limitation – Beperking integratiewerking (0.0÷99.0 ° C; 0÷180° F; 0.00÷50,00bar;
0÷725PSI; 0÷5000kPA) De integratiewerking stopt bij het bereiken van SET + 3Q22.
3Q24
Minimum frequency capacity with poor lubrication – Minimum frequentie voor slechte
oliehuishouding (0÷99%; bij 0 is deze functie uitgeschakeld) Als de frequentie gedurende 3Q25 tijd gelijk
of lager is dan 3Q24 (uitgedrukt in %) zal de freq regelaar op 100% werken gedurende 3Q26 tijd.
3Q25
Inverter at 3Q24 of lower frequency duration – Tijd waarbij Invertor op 3Q24 of lagere frequentie
werkt (1÷255min).
3Q26
Time of Inverter al 100% to restore the right lubrication – Tijd waarbij Invertor op 100% werkt
(1÷255min).
6.1.21 Analog Output 4 (Analoge uitgang4 4Q1-4Q25)
4Q1
Analog output 4 function : Functie analoge uitgang : (klem 30-31)
FREE = pure analoge uitgang
CPR = uitgang voor freq regelaar compressor – circuit 1
CPR2 = uitgang voor freq regelaar compressor – circuit 2
FAN = uitgang voor freq regelaar fan– circuit 1 (andere fans on/off)
FAN2 = uitgang voor freq regelaar fan – circuit 2 (andere fans on/off)
INVF1 = uitgang voor freq regelaar fan– circuit 1 (Er zijn geen fans on/off)
INVF2 = uitgang voor freq regelaar fan– circuit 2 (Er zijn geen fans on/off)
nu = niet gebruikt
4Q2
Reference probe for analogue output 4 : Referentiesonde voor analoge uitgang 4 : (enkel gebruikt
als 4Q1 = 0) : Pbc3= HP sonde circuit 1 (klem 65-66 of 65 -68); Pbc4 = HP sonde circuit 2 (klem 66-67 of
67 -68).
4Q3
Adjustment of read out for the analog output 4 at 4mA/0V : Instelling uitlezing bij 4mA/0V voor
uitgang 4 : (-1÷51 bar; -15÷750PSI; -50÷150° C; -58÷302° F). Enke l gebruikt als 4Q1 = 0
4Q4
Adjustment of read out for the analog output 4 at 20mA/10V : Instelling uitlezing bij 20mA/10V voor
uitgang 4 : (-1÷51 bar; -15÷750PSI; -50÷150° C; -58÷302° F). Enke l gebruikt als 4Q1 = 0
4Q5
Minimum value for analogue output 4 : Min waarde voor analoge uitgang 4 : (0 ÷ 100%)
4Q6
Analog output 4 value after compressor start : Waarde analoge uitgang 4 na het starten van een
compressor : (4Q5 ÷ 100 %).
4Q7
Analog output 4 value after compressor is switched off : Waarde analoge uitgang na het
uitschakelen van een compressor : (4Q5 ÷ 100 %).
4Q8
Exclusion band start value for analog output 4 : Startwaarde om regeling uit te sluiten voor analoge
uitgang 4 : (4Q6 ÷ 100 %): Hierdoor is het mogelijk om een zone (frequentie) uit te sluiten om resonantie
te voorkomen.
4Q9
Exclusion band end value for analog output 4 : Eindwaarde om regeling uit te sluiten (4Q8 ÷ 100 %)
4Q10
Safety value for analog output 4 : Veiligheidswaarde analoge uitgang : (0 ÷ 100 %): Wordt enkel
gebruikt in geval van een defecte sonde.
4Q11
Regulation delay after exit from Neutral Zone : Vertraging analoge uitgang 4 na het verlaten van de
neutrale zone : (0 ÷ 255sec): Tijd tussen het verlaten van de neutrale zone en het aktiveren van de freq.
regelaar.
4Q12
Analog output 4 rise time : Stijgtijd analoge uitgang : (0 ÷ 255 sec). Tijd nodig om de analoge uitgang
te laten oplopen van 4Q5 tot 100%.
rel. 1.5 (11.12.11)
cod. 1592021021
Page
18 / 29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Xc1011dXc1015dVgc810

Inhoudsopgave