Waar worden instellingen geconfigureerd
Sommige apparaatinstellingen moeten worden ingesteld op het bedieningspaneel, maar andere moeten
op afstand worden ingesteld via de geïntegreerde webserver (EWS) of de HP Web Jetadmin-software
(WJA). Stel eerst het apparaat in voordat u instellingen op afstand maakt. De volgende tabel geeft aan
welke instellingen op het apparaat worden geconfigureerd en welke op afstand.
Tabel 4-1
Waar worden instellingen geconfigureerd
Apparaatfunctie
Kopiëren
E-mail
Verzenden naar map
34
Hoofdstuk 4 Apparaatinstellingen configureren
Te configureren instelling
Standaard taakopties voor alle
kopieertaken
Kopiëren in kleur beperken
Basisinstellingen voor e-mail,
waaronder het instellen van de
SMTP-server
De SMTP-server en de
standaardinstellingen voor alle
e-mailbijlagen
E-mailadresvelden voor e-mail-
bijlagen beperken
SMTP voor de berichtenserver
(gebruikt voor waarschuwingen
en AutoSend)
Adresboeken importeren van een
gedeelde LDAP-server
Contactpersonen van
afzonderlijke gebruikers
importeren van een Microsoft
Windows Exchange-server
E-mailadressen importeren uit
een bestand met door komma's
gescheiden waarden (CSV).
De functie Netwerkmap
inschakelen
Vooraf gedefinieerde mappen
met snelle toegang en de
standaard taakinstellingen voor
elke map
Standaardinstellingen
configureren die van toepassing
zijn op alle bestanden die vanaf
het apparaat naar een
netwerkmap worden verzonden
Instellen op
Op afstand
het bedie-
instellen
ningspaneel
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Koppeling naar meer
informatie
Menu Standaard taakopties
op pagina 111
Kleurgebruik beperken
op pagina 74
Instellen op
bedieningspaneel:Begininstel-
lingen e-mail op pagina 38
Geavanceerde e-mailinstellingen
op pagina 43
Geavanceerde e-mailinstellingen
op pagina 43
De berichtenserver instellen
op pagina 94
E-mailadressen importeren uit
andere bronnen op pagina 44
Netwerkmap instellen
op pagina 50
NLWW