10.10.1.Alarmen configureren
Kies met de controletoetsen
keuze door op de controletoets
drukken. Voor het annuleren van de invoer drukt u op de controletoets
onder de weergave Terug.
Heeft u het punt Alarmen met de toets Selecteer bevestigd, dan ziet u
de volgende grafische weergave:
Kies met de controletoetsen
overzicht van de verschillende functies en hun eigenschap vindt u in
de tabel (tabel 19) aan de rechterkant. Bevestig uw keuze door op de
controletoets
onder de weergave Selecteer te drukken. Voor het
annuleren van de invoer drukt u op de controletoets
.
weergave Terug
het menupunt Alarmen. Bevestig uw
onder de weergave Selecteer te
de overeenkomstige functie. Een
onder de
Functie
Betekenis
Oproep modus
Instelling
alarmmeldingen.
Primaire verbinding
Instellingen voor de primaire verbinding voor
de overdracht van alarmmeldingen
Telefoonboek
Kiezen
doorgeven van de alarmmeldingen.
IP netwerk
Instellingen voor de internet
Account nummers
Noteren van het account nummer van de
centrale.
Type melding
Noteren van het digitale centraleprotocol voor
het doorgeven van de alarmen aan de
centrale.
FF Kanaal
Instellingen binnen het fast format protocol.
FF Herstel
Instellingen binnen het fast format protocol
voor het resetten.
SIA meldingen
Instellingen binnen het SIA report protocol.
SIA herstel meld.
Instellingen binnen het SIA report protocol voor
het resetten.
CID meldingen
Instellingen binnen het contact ID protocol.
Testoproep direct
Start direct een testoproep
Dyn. testmeldingen
Instellingen voor de dynamische testoproep.
Statische
Instellingen voor de statische testoproep
testoproep
Herh. inbr. melding
Instellingen voor het automatisch reactiveren
van het doorgeven in het fast format protocol.
Sabotage = inbraak
Instellingen voor het doorgeven van een
sabotagealarm als inbraakalarm.
Tabel 19: Overzicht van de menupunten in het menu ALARMEN
61
voor
het
doorgeven
van
van
het
telefoonnummer
de
bij
het