Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Abus SECVEST 868 Installatie-Instructie pagina 35

Inhoudsopgave

Advertenties

10.5.3.1. UVM als radiorepeater
Is de universele module met radiorepeaterfunctie ingelezen, dan moet
u bovendien de draadloze detectoren waarvan het signaal via deze
module doorgegeven moet worden in de UVM inlezen. Lees daartoe
de handleiding van de universele module (UVM).
10.5.3.2.UVM als uitgangsmodule
Is de universele module met uitgangsfunctie ingelezen, dan reserveert
de centrale automatisch de overeenkomstige uitgangen in de
centrale voor deze module.
Uitgang 31 – 34 voor UMV 1
Uitgang 27 – 30 voor UMV 2
Uitgang 23 – 26 voor UMV 3
Uitgang 19 – 22 voor UVM 4
U hoeft deze uitgangen niet meer handmatig toe te voegen. Verricht
alleen de instellingen voor de functie van de uitgangen, zoals in
paragraaf Uitgangen wijzigen beschreven. Uitgangen die door de
universele module gereserveerd werden, worden zoals in de volgende
afbeelding getoond beschreven. Dergelijke uitgangen hoeven alleen
nog geconfigureerd , maar niet meer toegevoegd te worden.
Gereserveerd
uitgangen van
UVM
10.5.3.3. UVM als Z/O techniekmodule
Analoog met de UVM als uitgangsmodule, wijst ook de UVM als
zender/ontvanger techniekmodule de 4 uitgangen toe. Bovendien
worden bij de uitgangen nog twee draadloze uitgangen gereserveerd,
die overeenkomt met ingang
overeenkomstig de functie, zoals in de UVM aangesloten,
geconfigureerd worden. Neem daartoe de handleiding van de
Uitgang 15 – 18 voor UVM 5
Uitgang 11 – 14 voor UVM 6
Uitgang 07 – 10 voor UVM 7
Uitgang 03 – 06 voor UVM 8
1.
Deze moeten vervolgens
universele module (UVM) in acht. De gebruikte draadloze zone wordt
getoond.
UVM 1 – Draadloze zone 32
UVM 2 – Draadloze zone 31
UVM 3 – Draadloze zone 30
UVM 4 – Draadloze zone 29
De 2
ingang van de UVM fungeert als sabotagelijn voor de resp.
e
geactiveerde draadloze zone.
10.5.3.4. UVM als sirenemodule
Heeft u de UVM als sirenemodule geconfigureerd, dan ziet u
vervolgens een weergave waarin u moet configureren, voor welk
partitie de sirene geactiveerd moet worden. Deze instelling vindt
analoog met de instelling van de ext. sirene plaats. De aansluiting van
de compacte alarmering in de UVM haalt u a.u.b. uit de handleiding
van de universele module (UVM).
35
UVM 5 – Draadloze zone 28
UVM 6 – Draadloze zone 27
UVM 7 – Draadloze zone 26
UVM 8 – Draadloze zone 25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave