O n d e r h o u d
|
R e m r o t o r e n a n k e r p l a a t v e r va n g e n va n l o o p w e r k a a n d r i j vi n g m e t r e c h t e
t a n d wi e l o ve r b r e n g i n g ve r va n g e n
REMPLAAT DEMONTEREN EN
MONTEREN
Indien nodig:
Indien nodig of gewenst, kan nu de remplaat worden
gedemonteerd en een nieuwe worden gemonteerd.
Remplaat
Draai de cilinderkopbouten (3x) los.
Verwijder de remplaat.
Breng een nieuwe remplaat aan.
Draai de cilinderkopbouten (3x) vast.
Maat
Maat en
lengte
Maat 80 /
M4x12
112
Maat 140
M5x10
Cilinderkopbouten
Aanhaalkoppel
3 Nm
6 Nm
43
NAAF DEMONTEREN EN MONTEREN
Indien nodig:
Indien nodig of gewenst, kan nu de naaf worden
gedemonteerd en een nieuwe worden gemonteerd.
Afstandsringen
Borgring
Verwijder de borgring.
Alleen bij maat 80/112: verwijder de
afstandsringen (2x).
Trek de naaf eraf.
●
De vlakke spie op de motoras klemt op de
motoras.
Steek de nieuwe naaf op de motoras boven de
vlakke spie.
Alleen bij maat 80/112: schuif de
afstandsringen (2x) erop.
Breng de borgring aan.
REMROTOR MONTEREN
Naaf
Remplaat
Schuif de nieuwe remrotor op de naaf.
Breng de magneet aanbrengen en schroef
deze stevig vast.
Stel de rem af. Zie „Luchtspleet van de rem
van loopwerkaandrijving met rechte
tandwieloverbrenging instellen" op pagina 38.
Naaf
Remrotor