Inhoudsopgave
Advertenties
ALLEEN BIJ ELEKTRISCH
LOOPWERK EF 14 EN EF 22 (BIJ
SMALLE FLENSBREEDTES EN
BEPAALDE KETTINGTAKELS)
Deze stap geldt alleen bij een elektrisch loopwerk
EF 14 en EF 22 bij smalle flensbreedtes en lichte
kettingtakels.
CONTRAGEWICHT MONTEREN
Kleine elektrische loopwerken hebben bij geringe
flensbreedtes en lichte kettingtakels een
contragewicht nodig. Anders zouden de loopwielen
door het gewicht van de motor eenzijdig worden
belast.
Als er een contragewicht is bijgeleverd:
Contragewicht
Houd het contragewicht tegen de niet
aangedreven zijplaat.
Schroef het contragewicht met zeskantbout
M10x30 (2x) stevig vast.
M o n t e r e n e n a a n s l u i t e n
Zeskantbout
M10x30
14
|
L o o p we r k a a n I - d r a g e r m o n t e r e n
LOOPWERK AAN I-DRAGER
MONTEREN
MONTAGE VAN HET LOOPWERK
Optilbeveiliging
Alleen bij elektrisch loopwerk EF:
Draai het loopwerk zodanig dat de
loopwerkaandrijving (zijplaat met tandkransen
aan de loopwielen) aan de tegenoverliggende
zijde van de stroomtoevoer ligt en til het
loopwerk onder de drager.
Bovendien moet de loopwerkaandrijving zich
aan de buitenzijde van de bocht bevinden.
Daarom moet de stroomtoevoer aan de
binnenzijde van de bocht liggen.
Alleen bij handloopwerk HF: De zijplaten zijn
identiek. Het maakt dus niet uit hoe het
loopwerk is gemonteerd.
Draai of druk de zijplaten aan de bovenzijde uit
elkaar.
Schuif het loopwerk met de loopwielen op de
flens en de optilbeveiliging onder de flens.
Klap de zijplaten in elkaar en borg ze tegen
wegglijden.
Opmerking:
Als de twee zijplaten niet ver genoeg uit elkaar
kunnen worden gedrukt of gedraaid, demonteer dan
een van de zijplaten en schuif het loopwerk in twee
delen tegen de flens.
Loopwielen
Advertenties
Inhoudsopgave
