LOOPWERK ASSEMBLEREN
De volgende stappen kunnen op de grond worden
gedaan.
AANPASSEN VAN DE
LOOPWERKPENNEN
De spoorbreedte van het loopwerk wordt m.b.v.
meerdere afstandsringen aangepast aan de breedte
van de flens.
Lees uit de tabel afhankelijk van het loopwerk
(HF of EF) en de maat de flensspeling FZ voor
het loopwerk af.
Maat
FZ voor HF
[mm]
3
25 mm
6
25 mm
14
23 mm
22
30 mm
36
30 mm
50
62 mm
Tel de flensbreedte F en de flensspeling FZ bij
elkaar op. Dat is de maat voor de spoorbreedte
S van het loopwerk.
Spoorbreedte S = flensbreedte F + flensspeling
FZ
M o n t e r e n e n a a n s l u i t e n
FZ voor EF [mm]
-
-
35 mm
41 mm
41 mm
62 mm
12
|
L o o p we r k a s s e m b l e r e n
Afstandsringen
Afstandsringen
Schuif de bussen (2x) met afstandsringen (2x)
in het midden op de loopwerkpen.
Schuif de afstandsringen van 2,5 mm en 5 mm
gelijkmatig links en rechts op de loopwerkpen
tot de uitgerekende spoorbreedte S is bereikt.
Links en rechts moeten altijd evenveel
afstandsringen van dezelfde dikte worden
opgeschoven. Daardoor hangt de kettingtakel
later in het midden onder het loopwerk en
belast alle loopwielen gelijkmatig.
Laat ten minste één afstandsring van 5 mm
voor elke kant over en gebruik deze niet hier.
Bussen
Afstandsringen