C o n t r o l e r e n
|
R e m va n l o o p we r k a a n d r i j vi n g m e t r e c h t e t a n d wi e l o ve r b r e n g i n g c o n t r o l e r e n
VENTILATORKAP VERWIJDEREN
Bouten
Ventilatorkap
Schroef de bouten (4x) eruit.
Verwijder de ventilatorkap.
ALLEEN BIJ MAAT 140
De loopwerkaandrijving maat 140 heeft een
gegoten ventilatorblad, dat als vliegwiel dient.
Ventilatorblad
Het ventilatorblad hoeft voor het controleren
van luchtspleet en remvoeringdikte niet te
worden gedemonteerd.
LUCHTSPLEET CONTROLEREN
Rem
33
Zeskantbout
Magneet
Steek de voelermaat naast een van de
zeskantbouten in de luchtspleet tussen
magneet en ankerplaat en meet deze.
Als de luchtspleet de maximale breedte van de
werkruimte heeft bereikt: stel de rem in. Zie
„Luchtspleet van de rem van
loopwerkaandrijving met rechte
tandwieloverbrenging instellen" op pagina 38.
Luchtspleet
1,3 mm
maximaal
Luchtspleet
0,3 mm
minimaal
Als de breedte van de luchtspleet nog binnen
het toegestane bereik ligt, kan er echter van
worden uitgegaan dat de luchtspleet op grond
van het gebruiksgedrag ook voor de volgende
regelmatige keuring breder is dan toegestaan:
de luchtspleet nu al instellen.
Herhaal de stappen voor alle zeskantbouten
(3x).
Reinig de volledige rem met perslucht.
Ankerplaat
Voelermaat
1,3 mm
0,3 mm