M o n t e r e n e n a a n s l u i t e n
a a n s l u i t e n
ELEKTRISCH LOOPWERK EF
WERKING TESTEN
Zodra de kraaninstallatie gereed voor
gebruik is:
Test de werking van het elektrische
loopwerk.
Beweegt de loopwerkaandrijving in de
verkeerde richting:
●
Twee fasen in de stroomvoorziening van de
kraaninstallatie zijn verwisseld.
Corrigeer indien mogelijk de verwisselde
fasen in de stroomvoorziening van de
kraaninstallatie.
Anders:
Wissel twee fasen van de aansluitkabel van
de loopwerkaandrijving met elkaar.
|
L o o p we r k a a n d r i j vi n g o p e e n a n d e r e k r a a n i n s t a l l a t i e ( n i e t A B U S )
LOOPWERKAANDRIJVING OP EEN
ANDERE KRAANINSTALLATIE (NIET
ABUS) AANSLUITEN
ALLEEN BIJ ELEKTRISCH
LOOPWERK EF
Wanneer de loopwerkaandrijving op een installatie
wordt aangesloten die niet van ABUS is, lees dan
hier verder. Wanneer de loopwerkaandrijving op
een ABUS-kraaninstallatie wordt aangesloten, zie
„Loopwerkaandrijving op de ABUS-kraan
aansluiten" op pagina 23.
─
De loopwerkaandrijving wordt via een
stekkerverbinding in het stekkerhuis op de
loopwerkaandrijving aangesloten.
De stekkerverbinding is als set AN 105581
verkrijgbaar.
─
Let er bij het aansluiten op dat de
gelijkrichter voor de rem in het stekkerhuis
bij ingeschakelde loopwerkaandrijving
voorzien wordt van wisselspanning.
Daarvoor is een jumper in de schakeling
nodig.
─
De loopwerkaandrijving kan
poolomschakelbaar (hoge en lage
rijsnelheid) met slechts een van de
rijsnelheden en via een frequentieomvormer
worden aangesloten.
STROOMNET CONTROLEREN
Vergelijk de bedrijfsspanning en het
frequentiebereik op het typeplaatje met de
netspanning en de netfrequentie van het
lokale stroomnet.
25