3.
Klik op het tabblad [Setup].
4.
Kies in [Bron] de betreffende lade.
5.
Kies bij [Papierformaat] het formaat van het oorspronkelijke
document.
6.
Kies bij [Mediatype] het geregistreerde aangepaste formaat
en klik op [OK].
7.
Klik op [Afdrukken] in het dialoogvenster [Afdrukken] om het
afdrukken te starten.
S
PECIALE AFDRUKFUNCTIES
Voor het gebruik van deze functies moet de optionele vaste schijf of
Compact Flash in de printer worden geïnstalleerd.
Uitgebreide instructies over het gebruik van deze functies vindt u in
de User Reference Guide (Gebruikersreferentiehandleiding).
BELANGRIJK:
>
De vaste schijf kan beschadigd raken en er kunnen
belangrijke gegevens op de vaste schijf verloren gaan. Wij
raden u aan een back-up van uw gegevens te maken.
V
ERTROUWELIJK DOCUMENT AFDRUKKEN
Beveiligde afdruk is een functie waarmee u een wachtwoord kunt
koppelen aan een afdruktaak op de computer, de afdruktaak naar de
printer kunt zenden voor tijdelijk opslag en vervolgens de taak vanaf
het bedieningspaneel van de printer kunt afdrukken. Nadat het
afdrukken van een beveiligde afdruktaak is voltooid, wordt de taak
automatisch verwijderd.
O
PGESLAGEN TAAK
Een opgeslagen taak is hetzelfde als een beveiligde afdruktaak,
behalve dat deze niet van het opslagapparaat wordt verwijderd
nadat u de taak hebt afgedrukt, tenzij u hierom specifiek vraagt op
het printerbedieningspaneel. Wanneer u regelmatig gebruikte
gegevens in de printer opslaat, kunt u de taak afdrukken vanaf het
bedieningspaneel van de printer zonder het telkens weer opnieuw
vanaf de computer te verzenden.
B6250/B6500 Gebruikershandleiding> 23
- B
EVEILIGDE AFDRUK