6. Elektrische installatie
Raadpleeg van te voren alle van toepassing zijnde reglementen van de
energiebedrijven.
Waarschuwing:
Elektrisch werk moet door gekwalificeerde elektriciens worden gedaan in
overeenstemming met alle van toepassing zijnde "Technische Normen voor
Elektrische Installatie" en de meegeleverde instructiehandleidingen. Er
moeten ook speciale circuits gebruikt worden. Als de stroomvoorziening te
laag wordt gedimensioneerd of als er montagefouten worden gemaakt kan dit
elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Sluit alle kabels goed aan.
•
Sluit het netsnoer aan op de bedieningsdoos m.b.v. een kabeldoorvoer die
spankrachten kan opvangen (een PG-aansluiting of iets dergelijks).
[Fig. 6.0.1] (P.7)
CMH-WM250V-A
CMH-WM350V-A
CMH-WM500V-A
A Regelkastje
C ø32 gat (gesloten rubberen bus)
E Klem de kabels hier vast
Sluit het netsnoer niet aan op het klemmenbord voor de bedieningskabels.
(Als u dit wel doet, kan het stuk gaan.)
Zorg voor de bedrading tussen de controledraad klemborden van de
binnenunit, buitenunit en hydro unit.
7. De adresseringen en in gebruik zijnde apparaten instellen
De adresschakelaar van elke hydro unit is ingesteld op "000" bij het verlaten van de
fabriek.
•
Stel de adresswitch in naar een adres dat gelijk is aan het adres van de
buitenunits die zijn aangesloten op de hydro unit plus 1.
•
Raadpleeg hiertoe de installatiehandleiding van de buitenapparaten.
8. Proefdraaien
Controleer het volgende voordat u een test uitvoert:
Controleer nadat u de binnenunits en hydro units hebt geïnstalleerd en de
leidingen en kabels hebt aangesloten nog een keer of er geen
koelvloeistof lekt, water lekt, of de aan- en afvoer niet omgekeerd
gemonteerd zijn en of de voedings- en besturingskabels slap hangen.
Gebruik een 500V-isolatiemeter om te controleren of de isolatieweerstand
tussen het aansluitblok van de voeding en de aarde meer dan 1,0 MΩ is.
Als de weerstand minder dan 1,0 MΩ is, gebruik het apparaat dan niet.
•
Nadat de waterleiding met water is gevuld, moet de leiding worden ontlucht. Alle
gegevens over het ontluchten staan in de aparte handleiding voor onderhoud
van de waterleiding.
16
B Voedingskabel
D Transmissiedraden
Gebruik tweeaderige signaalkabels zonder polariteit.
Gebruik tweeaderige afgeschermde kabels (CVVS, CPEVS) met een diameter van
1,25 mm
voor de signaaldraden.
2
De schakelaarcapaciteit van de hoofdvoeding van de hydro unit en de draadgrootte
zijn als volgt:
Schakelaar (A)
Smelt-
veiligheid
Vermogen
Zekering
16
16
20 A
•
Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen wij u naar de installatiehandleiding
van het buitenapparaat.
•
Netspanningskabels van apparatuur mag niet lichter zijn dan ontwerp 245 IEC 53
of 227 IEC 53.
•
Een schakelaar met een contactonderbreking van minimaal 3 mm in elke pool
moet door de airconditionerinstallateur worden geleverd.
•
Wanneer een afname van de luchtstroom wordt gedetecteerd bij een
circulatieventilator naast de hydro unit, geïnstalleerd op een hoogte van minder
dan 1,8 m van de grond, moet het systeem binnen 10 seconden na het
detecteren worden uitgeschakeld. Voordat het systeem wordt uitgeschakeld,
sluit u de contactgever aan op de voedingskabel van de buitenunit en opent u de
contactgever. Raadpleeg de handleiding van de buitenunit voor de
aansluitprocedures, specificaties en installatielocatie van de contactgever.
Let op:
Gebruik alleen de correcte waarde voor de zekering en de onderbreker. Bij
toepassing van zekeringen of leidingen van een verkeerde capaciteit kan een
defect of brand optreden.
Zorg ervoor dat de buitenapparaten geaard zijn. Sluit de aardingskabel niet
aan op een gasleiding, een waterleidingspijp, een bliksemafleider of een
telefoonaardingskabel. Onvolledige aarding kan elektrische schokken tot
gevolg hebben.
Let op:
•
Meet nooit de isolatieweerstand van het aansluitblok voor de
besturingskabels.
•
Het niet goed ontluchten van het systeem, het sluiten van de kleppen
stroomopwaarts of stroomafwaarts ten opzichte van de pomp enz. kan
ertoe leiden dat de pomp zonder water pompt, waardoor de pomp defect
kan raken.
•
Zorg voor het vervangen van een pomp dat de stroomvoorziening is
afgekoppeld. Verwijder of bevestig de koppeling van de pomp niet wanneer
de pomp onder stroom staat. Anders zal de pomp stuk gaan. Wacht na het
uitschakelen van de stroomvoorzieningen 10 minuten voordat u verdergaat
met de werkzaamheden.
Aardlek-
Draaddiameter
schakelaar
20 A 30 mA
1,5 mm
2
0,1 s of minder