OPGELET!
5.2.3 Werkzaamheden aan de elektrische uitrusting
Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen alleen door een geschoolde elektri-
cien, met naleving van de elektrotechnische voorschriften, worden uitgevoerd.
Vóór werkzaamheden aan de elektrische installatie en voor het openen van de bekledings-
platen de installatie spanningsloos schakelen. De ter plaatse aanwezige hoofdschakelaar
op UIT zetten en beveiligen tegen opnieuw inschakelen.
Alle bekledingsplaten aanbrengen alvorens de machine weer in werking te zetten.
Elektrische voorzieningen regelmatig controleren!
Losgeraakte verbindingen weer bevestigen!
Beschadigde leidingen / kabels moeten onmiddellijk worden vervangen!
De schakelkast altijd gesloten houden! Toegang is voorbehouden aan bevoegde perso-
nen met sleutel/gereedschap!
Elektrische onderdelen, schakelkasten en behuizingen van andere elektrotechnische
componenten mogen niet worden afgespoten met een waterslang of een hogedrukreini-
ger. (EN 60 335 en ongevallenpreventievoorschriften (UVV) in Duitsland)
5.2.4 Vóór ingebruikname na onderhouds- of reparatiewerkzaamhe-
den
Vóór ingebruikname, na onderhouds- of reparatiewerkzaamheden...
...controleren of alle schroefverbindingen goed zijn vastgedraaid!
...controleren of verwijderde zeven, afdekkingen of voorzieningen ter voorkoming
van ongevallen opnieuw zijn gemonteerd!
Na afloop van onderhouds- of reparatiewerkzaamheden en vóór het opnieuw
in gebruik nemen van de installatie controleren of...
...alle voor de uitvoering van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden noodza-
kelijke materialen, gereedschap en andere voorwerpen uit het werkbereik van de
installatie zijn verwijderd.
...eventueel vrijgekomen vloeistoffen zijn verwijderd.
...alle veiligheidsvoorzieningen van de installatie onberispelijk functioneren!
5.2.5 Voorschriften voor de milieubescherming in acht nemen
Bij alle werkzaamheden op of met de machine moeten de wettelijke plichten betreffende
voorkoming van afval en de juiste verwerking/verwijdering van afval worden nageleefd!
Vooral bij installatie-, reparatie- en onderhoudswerkzaamheden mogen stoffen die scha-
delijk zijn voor het water zoals:
smeervetten en oliën
hydraulische oliën
koelmiddelen
oplosmiddelhoudende reinigingsvloeistoffen
niet in de bodem of in de riolering belanden! Deze stoffen moeten in hiervoor geschikte
reservoirs worden bewaard, getransporteerd, opgevangen en afgevoerd!
9 / 18
9018455