Buitenbedrijfstelling
Buitenbedrijfstelling
- Zet de hoofdschakelaar op uit (stand „0").
- Trek de stekker uit het stopcontact.
- Sluit de watertoevoer af.
- Zet het pistool open tot de druk is afgebouwd.
- Vergrendel het pistool.
- Schroef de waterslang eraf.
- Maak de verbindingen van de hogedrukslang en het pistool los en schroef de
hogedrukslang van de hogedrukreiniger af. (bij apparaten zonder slangtrommel)
Bescherming tegen vorst
De hogedrukreiniger is normaal na gebruik nog deels gevuld met water. Daarom is het
nodig om bijzondere maatregelen te treffen om de hogedrukreiniger te beschermen
tegen vorst.
- Tap de hogedrukreiniger helemaal af.
Ontkoppel daarvoor de hogedrukreiniger van de watertoevoer en schakel de
ontsteking uit. Schakel de hoofdschakelaar in en zet het pistool open. De pomp
drukt nu het restant water uit de slang. Laat de hogedrukreiniger zonder water
echter niet langer dan een minuut lopen.
- Vul de hogedrukreiniger met antivries.
Is de hogedrukreiniger langere perioden buiten bedrijf, met name in de winter, dan
is het raadzaam om een antivriesmiddel door de hogedrukreiniger te pompen. Vul
het antivriesmiddel in de waterbak en schakel het apparaat zonder ontsteking
(wipschakelaar (16) op"0") in. Wacht met geopend pistool tot het middel uit de
sproeier komt.
De beste bescherming tegen vorst is echter nog steeds om de hogedrukreini-
ger op een vorstvrije plaats te bewaren.
16
Klein en groot onderhoud
Klein en groot onderhoud
Klein en groot onderhoud zijn noodzakelijk om uw hogedrukreiniger goed en veilig
te laten werken zodat u lange tijd plezier van de apparatuur heeft.
ATTENTIE !!!
Alvorens werkzaamheden aan de machine uit te voeren de
stekker uit het stopcontact trekken!
Gebruik enkel originele onderdelen van de Fa. Kränzle
Wat u moet doen!
- wekelijks of na ca. 40 bedrijfsuren
Controleer het oliepeil van de hogedrukpomp (zie pagina 12).
Als het oliepeil te laag is de olie opvullen tot het peil tussen de twee markeringen
op de oliemeetstaaf staat.
Heeft de olie een grijze of witachtige kleur, dan moet de olie worden ververst
(zie pagina 18). Voer de olie op een verantwoorde manier af.
Controleer het filter vóór de vlotter bij de waterbak en het brandstoffilter vóór de
magneetklep. Maak de filters eventueel schoon.
- jaarlijks of na ca. 500 bedrijfsuren
Ontzwavel en ontroet de slang.
Verwarmingsspiraal op verkalking controleren (zie pagina 19).
Controleer de oliebrander en de ontstekingsinstallatie.
Maak de oliesproeikop, het oliefilter, de magneetklep en de zeef schoon, maak
de ontstekingstrafo, de ontstekings kabel, de ontstekingselectroden schoon
resp. stel ze bij, vervang defecte onderdelen.
Olie verversen
Olie verversen
Neem de olie-aflaatslang (1) die aan de
olie-aflaatstop aangesloten is aan de binnen-
kant van het apparaat. Open de rode olie-
invulstop aan de bovenkant van de zwarte
oliebak. Open de afsluitdop aan het einde
van de slang. Laat de olie in een opvangbak
lopen en voer deze op verantwoorde wijze af.
Sluit het einde van de slang.
Vul verse olie op.
1
17