U kunt de aanvullende identificatiegegevens via het menu 'Instellingen
reisgegevens'.
Voer de bestemming van de reis in met de UN-locatiecodes voor de
eindbestemming en waar mogelijk de ERI-codes in de modus Inland.
5.1.4
Inland-alarm maskeren
Inland AIS-installaties omvatten doorgaans geen verbinding voor externe
GNSS-, richtings- of Rate of Turn-sensoren met de AIS-transponder. De
systeemalarmen die zijn gekoppeld aan deze sensoren kunnen worden
uitgeschakeld in de modus Inland via het scherm 'Alarmen'.
5.1.5
Blauw bord-schakelaar
Wanneer de Inland-modus actief is, kan een 'blauw bord'-schakelaar op de
AIS-transponder worden aangesloten.
De AIS-transponder is voorzien van een geïsoleerde ingang om een 'blauw
bord'-schakelaar aan te sluiten. Er zijn twee aansluitingen aanwezig:
BLUE_SIGN_P en BLUE_SIGN_N. Wanneer het apparaat is ingeschakeld
voor bediening op binnenwateren en de aansluiting BLUE_SIGN_P een
positieve spanning heeft ten opzichte van BLUE_SIGN_N, wordt de 'blauw
bord'-status weergegeven op het beeldscherm en dienovereenkomstig in AIS-
positierapporten verzonden. Zie Afbeelding 27.
Geen van de 'blauw bord'-aansluitingen mag worden
!
aangesloten op andere locaties op de AIS-transponder
van isolatiebarrières in de bedrading van het schip.
Geschikte aansluitmogelijkheden op de 'blauw bord'-interface worden
weergegeven in Afbeelding 27.
De instellingen voor de 'blauw bord'-schakelaar kunt u vinden in 'Home' >
'Systeeminstellingen' > in het menu 'Bedrijfsmodus'.
Selecteer de optie ''blauw bord'-schakelaar' om de 'blauw bord'-schakelaar in
te stellen.
Modus Inland
Pagina 63